HOME
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris

Dunsnavelgier

Gyps tenuirostris

Nederlands DUNSNAVELGIER

Gyps tenuirostris (Gray, 1844)

Taxonomie

Rijk Stam Klasse Orde Familie Genus
Animalia Chordata Aves Accipitriformes Accipitridae Gyps
English Slender billed Vulture Français Vautour à bec élancé
Deutch Schmalschnabelgeier Italiano Avvoltoio beccosottile
Polish Sep dlugodzioby Português Grifo de bico estreito
Svenska Smalnäbbad gam Español Buitre picofino
Dansk Langnæbbet Grib Russkiy Тонкоклювый сип

Synonym(s): -

Status IUCN Redlist

DD LC NT VU EN CR EW EX
Laatste IUCN publicatie update: 2021
► Eerdere publicaties...
2017 — Critically Endangered (CR)
2016 — Critically Endangered (CR)
2015 — Critically Endangered (CR)
2013 — Critically Endangered (CR)
2012 — Critically Endangered (CR)
2010 — Critically Endangered (CR)
2009 — Critically Endangered (CR)
2008 — Critically Endangered (CR)
2004 — Critically Endangered (CR)
2002 — Critically Endangered (CR)
2000 — Not Recognized (NR)
1994 — Not Recognized (NR)
1988 — Not Recognized (NR)

Roofvogel informatie

Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken

Populatie trend Populatie trend van deze soort loopt terug.
Er leven naar schatting 730 tot 870 volwassen exemplaren in het wild.

Ondersoorten Gyps tenuirostris heeft geen ondersoorten (monotypisch).

Afmetingen en gewichten Afmetingen en gewichten:
Lengte : 77 - 103 cm
Spanwijdte : 196 - 258 cm
Gewicht : (M) circa - gram / (V) circa - gram

Kenmerken Kenmerken:
De Dunsnavelgier is een relatief slanke gier met een lange nek, hierdoor verschilt hij sterk van de andere twee gieren die in hetzelfde gebied voorkomen. Deze gier is meestal grijs gekleurd met een bleke romp en grijze onderstaartverens. De dijen hebben witachtige dons. De hals is lang, kaal, dun en zwart. De zwarte kop is hoekig en smal met een donkere, lange snavel die smal lijkt. De ooropening is prominent en zichtbaar. Hij lijkt op de Indische gier maar is iets groter.

Vlucht Vlucht:

Habitat Habitat:
De Dunsnavelgier komt voor in open en deels beboste gebieden en in bergen, bijvoorbeeld in de zuidelijke uitlopers van de Himalaya (Siwaliks), tot een hoogte van 1500 meter. Het blijft vaak in de buurt van dorpen, slachthuizen of vuilnisbelten.

Geluid Geluid:

Voedsel Voedsel:
Dunsnavelgieren voeden zicht uitsluitend met aas, zoals vee en ander wild, hoefdieren. Deze gieren zijn ook te spotten bij vuilstortplaatsen.

Voortplanting Voortplanting:
Over de broedbiologie van de Dunsnavelgier is weinig bekend. De vogels broeden van oktober tot maart. Het nest is opgebouwd uit takken in grote bomen, die 7 tot 15 meter boven de grond worden gebouwd, soms in de buurt van dorpen. Hij heeft een diameter van 60 tot 90 cm en is 35 tot 50 cm hoog. Het legsel bestaat uit een enkel ei dat ongeveer 50 dagen wordt bebroed.

Overige Overige:
Net als de Bengaalse- en Indische gier heeft deze vogel te lijden door het gebruik van de pijnstiller diclofenac die door veeboeren wordt gebruikt en de voornaamste factor is van de enorme achteruitgang. Overigens hebben de populaties in Zuidoost-Azië geen last van diclofenac doordat dit daar niet wordt gebruikt.

Voorkomen in de wereld

Voorkomen in de wereld

Verspreiding Aanwezig (inheems) - Extant (resident):
Bangladesh; Cambodja; Indië; Lao Democratische Volksrepubliek; Birma; Nepal

Mogelijk uitgestorven - Possibly Extinct:
Vietnam

Uitgestorven - Extinct:
Maleisië; Thailand

FOTOGALERIE

 


Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris
Dunsnavelgier - Gyps tenuirostris







INGEZONDEN FOTO'S

Filter: