Spreekbeurt groep 8:
Door Rico
Reijers:
Spreekbeurt roofvogels en uilen
Herkennen:
Alle roofvogels hebben haaksnavels, kromme klauwen en ze kunnen heel goed
zien. Heeft hij deze kenmerken niet, dan is het geen roofvogel. Een
verschil tussen de sperwers en de valken is het neusgat. Bij de sperwers
is het neusgat ovaal, bij een valk is hij rond. Een vogel die als hij
vliegt heel makkelijk kan herkennen, is de wouw. Bij de wouw zit in z’n
staart een V-vorm, dus als je een vogel met een v in zijn staart ziet, is
het waarschijnlijk een wouw. Zoals je denk ik wel weet, hebben uilen
braakballen. Maar dat hebben valken ook. Die braakballen zijn allemaal
verschillend.
Groepen:
Er zijn 2 verschillende groepen
roofvogels. De dagroofvogels en de nachtroofvogels. De dagroofvogels zijn
de valken, gieren, buizerden, arenden enzovoort. De nachtroofvogels zijn
de uilen.
De dagroofvogels zijn gesplitst in 5 families:
• de gieren
en condors van de Nieuwe-Wereld
• visarenden (alleen is hij gesplitst
uit de familie van de sperwers)
• sperwers
• secretarisvogel
•
valken.
De nachtroofvogels hebben 2 families:
• gewone uilen
• kerkuilen.
Levensduur:
In gevangenschap worden de roofvogels
en uilen vaak ouder dan in het wild. Een paar voorbeelden: een kerkuil
wordt in het wild maximaal 2 jaar, in gevangenschap worden ze rond de 34
jaar. De dagroofvogels worden, in gevangenschap, 15 tot 60 jaar. In het
wild worden dagroofvogels vaak niet ouder dan 30 jaar. Bij de
nachtroofvogels hangt het er vanaf of het een grote of een kleintje is. De
kleintjes worden 2 tot 3 jaar, de grotere worden veel ouder. Dit geldt
natuurlijk als ze niet door ziekte of jacht doodgaan.
Paren:
Roofvogels doen een baltsvlucht om in de smaak te vallen bij de vrouwtjes.
Een baltsvlucht is een soort “dans” in de lucht. Dan duiken de mannetjes
in een duikvlucht naar het vrouwtje. Bij sommige soorten grijpen het
mannetje en het vrouwtje met de klauwen in elkaar. Dan duikelen ze in een
soort radslag door de lucht. Ook maken ze daar vaak geluiden bij. Een
ander vorm van een baltsvlucht is de prooioverdracht. Bij de
prooioverdracht vangt het mannetje een prooi en gooit hem door de lucht
naar het vrouwtje of andersom.
Jongen:
Als de mannetjes en de
vrouwtjes de baltsvlucht hebben uitgevoerd, is het wachten op de eitjes.
Voor en ook na het uitkomen van de eitjes beschermd het mannetje het
territorium en brengt hij het vrouwtje en/of de jongen het voedsel. Als de
eitjes zijn uitgekomen, houdt de moeder de jonkies warm. Na 3 tot 6 weken
leren de jongen vliegen, als ze niet al gedood zijn door hun broertjes of
vijanden. Als ze kunnen vliegen, leren ze van hun ouders jagen. Na een
paar weken gaan ze weg bij het nest en kiezen ze hun eigen weg.
Jagen:
Roofvogels jagen op een heleboel dieren. Een paar daarvan zijn:
muizen, ratten, konijnen, hazen of eekhoorns. Soms worden ook zieke vogels
of zwakke hagedissen gevangen. De sperwers vangen niet alleen hun
prooidieren met hun klauwen, maar zij doden ze er ook mee. Als een havik
bijvoorbeeld een duif gevangen heeft, maken zij met de klauw een knellende
beweging. Daarbij dringen de vlijmscherpe nagels in het lichaam van het
slachtoffer en brengen dodelijke verwondingen toe aan hart, longen of
andere organen. Het gevangen dier sterft snel aan bloedingen binnenin. De
snavel van de sperwer dient uitsluitend als 'scheurapparaat' en gebruikt
hem pas als de prooi dood is. De sperwer plukt de buit met zijn snavel
zeer zorgvuldig en scheurt vervolgens het vlees uit het lichaam. Heel
anders ziet het doden door valken eruit. De klauwen dienen uitsluitend om
de prooi vast te houden. Bij soorten die jacht maakt op vogels, zoals de
slecht- en boomvalk, zijn de tenen - vooral de middelste - erg lang en
dun. Zij moeten een flink deel van het lichaam van het slachtoffer kunnen
omspannen om de prooi goed vast te kunnen houden. Heeft de valk zijn
slachtoffer eenmaal in de 'tang', dan bukt hij zich voorover en bijt met
de snavel de wervels in de nek, vlak achter de kop door, zodat de prooi
direct dood is. Voor dit doel is de haaksnavel voorzien van scherpe
snijranden; bij valken zijn deze ook nog voorzien van een lange, smalle
uitholling. Uilen jagen weer anders. Die gaan op een tak zitten en draaien
hun kop om te kijken of er een prooi te zien is. Als ze een prooi zien,
vliegen ze er geluidloos op af. Dan slaan ze toe door zijn klauwen om zijn
prooi te slaan en hem dan te wurgen.
Wegtrekken:
Roofvogels
kunnen wegtrekken als er of niet genoeg voedsel is, of vanwege het
jaargetij. Wat ik niet wist is dat je zeearenden ook in Nederland tegen
kan komen. De meeste roofvogels trekken in groepen, een paar soorten
alleen. Als roofvogels wegtrekken, dan trekken ze meestal naar de evenaar
of het zuiden.
Bedreigingen:
Een roofvogel heeft veel
bedreigingen. Maar de grootste bedreiging is de mens. Mensen schieten
roofvogels dood, kappen bossen enzovoort. Een paar roofvogels die met
uitsterven bedreigd worden, zijn: de Apenarend, de Bengaalse gier, de
Californische condor, de Bossteenuil, de Siau dwerguil en nog een paar.
Een heleboel dus.
Uitgestorven soorten:
Er zijn natuurlijk ook
uitgestorven soorten. Die zal ik nu opnoemen. De Haasts arend, de
Guadalupecaracara, de Reunion valk, de Lachuil, de Mauritius uil, de
Reunion uil en de Rodrigues uil. En misschien nog wel meer. Heel jammer,
vind ik.
Vragen:
1. Hoeveel groepen zijn er? 3 groepen
2. Hoe
heten die groepen? Sperwerachtige, valkachtige en uilen
3. Hoe oud
worden wilde sperwerachtige ongeveer? Niet ouder als 30
4. Hoe heet de
dans om een vrouwtje te versieren? Een baltsvlucht
5. Na hoeveel weken
leert een jong vliegen? Na 3 weken
6. Waarmee jaagt een valkachtige
vooral? Z’n snavel
7. Van welke arend is het bijzonder dat je die in
Nederland tegen kunt komen? Een zeearend
8. Wat is de grootste
bedreiging voor een roofvogel? De mens
9. Hoeveel roofvogels zijn er al
uitgestorven? Waarschijnlijk meer dan 7 soorten
(bron: Rico
Reijers)