Diagnose van Aviaire Influenza (AI):
AI is een
meldingsplichtige ziekte volgens artikel 15 van de Gezondheids- en
Welzijnswet voor Dieren. De afhandeling van verdenkingen en bestrijding
gaan volgens de geldende regelgeving en de instructie van de NVWA.
De diagnose kan worden gesteld door het aantonen van het virus, aangevuld
met bloedonderzoek op afweerstoffen. Viruskweek en PCR is mogelijk uit
alle aangetaste organen en uit swabmonsters van de keel en/of de cloaca.
Differentiaal diagnose:
Door de grote verscheidenheid aan
klinische verschijnselen, is een differentiaal diagnose opstellen lastig.
Ziekten met klinische beelden die op AI lijken (differentiaal diagnose)
zijn:
Viraal:
- Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT)
-
Infectieuze Bronchitis (IB)
- Pseudo-vogelpest (NCD)
- Turkey
Rhino-Tracheïtis (TRT)
Bacterieel:
- Haemophilus paragallinarum
-
Ornithobacterium rhinotracheale
- Escherichia coli
- Pasteurella
multocida
- Riemerella anatipestifer
- Mycoplasma gallisepticum
-
Wettelijke verplichtingen
AI is een meldingsplichtige ziekte en wordt
bestreden volgens de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Bestaat het
vermoeden dat er sprake is van AI, dan dient er een melding aan de NVWA
plaats te vinden. De diagnose wordt alleen gesteld door WBVR.
Programma 'Onderzoek sectiemateriaal op AI' (zgn. uitsluittingsswabs): In
gevallen waarin sectie de oorzaak van de aandoening niet (volledig) kan
verklaren, kan de dierenarts monsters insturen naar WVBR voor onderzoek op
AI. Hiermee kan worden uitgesloten dat er een variant van (laag pathogene)
AI in het spel is.
Risicofactoren van Aviaire Influenza:
Preventie:
Het voorkomen van een
AI-besmetting dient vooral gericht te zijn op het voorkomen van contact
met wilde vogels. Daarnaast is het van belang door een streng
toegangsbeleid op het bedrijf insleep te voorkomen, zowel via aangevoerde
dieren, personen, ongedierte als voorwerpen.
Insleep virus
voorkomen:
Het vogelpestvirus kan zich op stofdeeltjes door de lucht
verspreiden. Verspreiding over grotere afstand is echter altijd een gevolg
van contact door personen, transportmiddelen of geleende gereedschappen.
Pluimvee raakt besmet met het virus via inademen of oppikken van besmet
materiaal. Het virus kan op de volgende manieren het bedrijf binnen komen:
Vanaf uw erf. Beschouw uw eigen erf ook als vuil terrein! Uw erf kan
besmettelijk materiaal (bijvoorbeeld afkomstig van geïnfecteerde vogels)
bevatten.
Via contact met (trek)vogels. Besmette vogels verspreiden het
virus onder andere via hun uitwerpselen.
Via besmet materiaal zoals
kratten, transportmiddelen en mensen die via hun schoenen of kleding in
contact zijn geweest met het virus.
Via stofdeeltjes uit een
nabijgelegen besmette stal.
Via besmette ratten en muizen. Deze dieren
kunnen het virus verslepen via hun vacht en poten en ook het virus
vermeerderen en uitscheiden.
Via besmet pluimvee dat bij aankomst al
besmet was.
Om elk risico op besmetting uit te sluiten, adviseren we de
pluimveehouder de volgende maatregelen te nemen:
Zorg dat uw
bedrijfsterrein en stallen afgesloten zijn voor bezoekers.
Zorg ervoor
dat er géén mensen in de stal komen, tenzij noodzakelijk voor verzorging
of veterinaire zorg.
Maak een duidelijke scheiding tussen het
bedrijfsterrein en de ruimte rondom het woonhuis.
Zorg dat uw
bedrijfsterrein overal schoon is en regelmatig wordt ontsmet, vergeet de
achterzijde van de stallen niet.
Houd er rekening mee dat u, als
pluimveehouder, ook smetstof kunt verspreiden. Houd u zich daarom zelf ook
aan de regels.
Om ieder risico te vermijden is het belangrijk geen
materialen van andere (pluimvee)bedrijven te gebruiken.
Voer bij nieuw
aangeleverd pluimvee meerdere keren per dag een strenge
gezondheidscontrole uit. Bij twijfel direct de practicus consulteren
Hierna wordt ingezoomd op maatregelen die van toepassing zijn op een
aantal belangrijke bedrijfsonderdelen: het erf en de stal, ligging van het
bedrijf, bezoekers en vervoermiddelen.
Het bedrijfsterrein en de
stal:
Sluit de toegangsweg tot uw bedrijfsterrein en de
pluimveestallen af en maak met een markering duidelijk dat toegang niet
toegestaan is.
Zorg dat betreden van het bedrijfsterrein uitsluitend
kan na wisselen van kleding en schoeisel. Loop met dit schoeisel alleen
over de verharde paden en zeker niet door graslanden.
Dit schoeisel kan
aangehouden worden in de voorruimte van de stal, mits gereinigd vóór
binnenkomst van de voorruimte.
Maak een hygiënesluis (minimaal:
verplaatsbare drempel) achter de ingangsdeur van de stal en zet uw
schoeisel voor die drempel, trek een staleigen overall aan en stap achter
de drempel over in staleigen schoeisel. Wissel vervolgens nogmaals van
schoeisel voordat u vanuit de voorruimte de dierruimte betreedt. Bij
voorkeur douchen voor het betreden van de stal, minimaal: handen wassen.
Laat geen huisdieren in de stal:
Verwijder dood aangetroffen ratten
en muizen zo snel mogelijk, was en ontsmet direct na contact de handen.
Verwijder uitwerpselen op het bedrijfsterrein op een dusdanige wijze dat
pluimvee er niet mee in contact kan komen.
Zorg ervoor dat aan het
einde van de dag alle voersystemen geen voer meer bevatten die bereikbaar
kunnen zijn voor ongedierte.
Ontsmet en reinig de looppaden naar de
stallen dagelijks.
Ligging van het bedrijf (extra aandacht bij
ligging in een waterrijk gebied):
Scherm uw bedrijfsterrein zo goed
mogelijk af voor watervogels en alle typen wilde vogels (schrikdraad of
netten langs looproutes) en vermijd direct contact, maar ook contact met
uitwerpselen van vogels.
Gebruik vogelafschrikkende apparatuur en/of
voorwerpen om deze dieren op afstand van uw stallen te houden.
Maak het
terrein onaantrekkelijk voor watervogels en roofvogels (kort gras, geen
ander voedsel als korrels of tarwe, weinig aanplant, geen water).
Loop
niet met bedrijfslaarzen in graslanden of langs sloten en mijd graslanden
met bedrijfseigen vervoer.
Raap zelf geen kadavers van wilde vogels,
maar meld aan (lokale) autoriteiten.
Inspecteer de looproutes van uw
bedrijfsterrein aan het begin van de dag en behandel vogelmest met
ontsmettingsmiddel voor u deze weghaalt.
Gebruik geregistreerde
ontsmettingsmiddelen, werkzaam tegen AIV. Deze hebben een pH <2 of pH>11:
-
Natronloog 5% (50 gr/liter)
- Huishoudammonia (verdunde ammonia 25%)
- Zwavelzuur (2% van een 37% oplossing; 20 gr/liter)
- Zoutzuur (2%
van een 30% oplossing; 20 gr/liter)
Bezoekers:
Bezoekers dienen hun vervoersmiddel aan de weg te laten staan.
Bezoekers moeten zich altijd melden bij het huisadres, gekleed in
wegwerpoverall en voorzien van haarnetje en overschoentjes. Op het
huisadres worden de handen gewassen.
Bij het huis of gebouw, dat de
afscheiding vormt tussen bedrijf en privéterrein, stappen de bezoekers
over in bedrijfsschoeisel in combinatie met wegwerpsokken (kleine
overschoentjes).
Bij de toegang tot de stal wordt het bedrijfsschoeisel
gereinigd en ontsmet.
In de stal wordt een staleigen overall over de
wegwerpoverall aangetrokken en stapt men over in staleigen schoeisel. Bij
voorkeur wordt gedoucht, minimaal worden de handen gewassen. Gebruik in de
stal een veiligheidsbril, mondneuskapje, haarnet en wegwerphandschoenen.
Bij het verlaten van de stal wordt de staleigen kleding uitgetrokken en
staleigen schoeisel verwisseld voor bedrijfs-schoeisel, tevens worden de
handen gewassen.
Bij het huis of tussen gebouw, wordt het bedrijfseigen
schoeisel uitgedaan, de handen weer gewassen en ontsmet met alcohol.
Wegwerpoverall en andere materialen laat men in een plastic zak bij de
auto achter. Daarna worden de handen nogmaals ontsmet met alcohol.
Vervoermiddelen:
Laat auto's pas op het terrein toe na ontsmetting
van de wielen en de wielkasten. Het beste is als pluimveehouder dit zelf
doet, omdat de chauffeur in zijn wagen dient te blijven zitten.
De
chauffeur dient bij het verlaten van de cabine alvorens de grond te raken
overschoentjes aan te trekken. Vervolgens dient hij een wegwerpoverall aan
te doen.
Plaats de voerwagen niet direct onder de stalinlaat.
Bij
vertrek dienen de slangen en andere gebruikte voorwerpen van de wagen te
worden ontsmet, alsmede de wielen en de wielkasten.
De chauffeur dient
de gebruikte bedrijfskleding en dergelijke op het bedrijfsterrein achter
te laten en bij vertrek moet hij een nieuwe stoelhoes in gebruik nemen.
Terug naar het begin van dit artikel
Aanpak van Aviaire Influenza:
Volgens de wet dient een houder, een laboratorium en een dierenarts bij
een verdenking van de aanwezigheid van AI virus dit te melden bij de NVWA.
NVWA heeft hiervoor een telefoonnummer ter beschikking gesteld dat 24 uur
per dag bereikbaar is: 045-5463188. Wanneer bij de NVWA een melding van
een mogelijke uitbraak van Aviaire Influenza binnenkomt, wordt een bedrijf
verdacht verklaard en daarmee geblokkeerd en wordt er een specialistenteam
samengesteld dat de bestrijding van de ziekte start volgens
EU-richtlijnen.
Specialistenteam:
Volgens de wet dient een
houder, een laboratorium en een dierenarts bij een verdenking van de
aanwezigheid van AI virus dit te melden bij de NVWA. NVWA heeft hiervoor
een telefoonnummer ter beschikking gesteld dat 24 uur per dag bereikbaar
is: 045-5463188. Wanneer bij de NVWA een melding van een mogelijke
uitbraak van Aviaire Influenza binnenkomt, wordt een bedrijf verdacht
verklaard en daarmee geblokkeerd en wordt er een specialistenteam
samengesteld dat de bestrijding van de ziekte start volgens
EU-richtlijnen.
Na een melding van een
mogelijke uitbraak van Aviaire Influenza wordt een specialistenteam
geformeerd, bestaande uit de practicus van het verdachte bedrijf, een
pluimveedierenarts van de GD en een specialist Dierziektebestrijding van
de NVWA. Dit team start de bestrijding volgens de EU-richtlijn 2005/94/EG.
Het specialistenteam bezoekt het bedrijf, beoordeeld de situatie en neem,
indien noodzakelijk, monsters. Op basis van de klinische inspectie kan het
volgende resultaat naar voren komen:
- Sterk verdacht van AI
- AI
niet uit te sluiten
- AI zeer onwaarschijnlijk
Is het resultaat van de
inspectie 1 of 2, dan worden er door het specialistenteam monsters
genomen. Monsters worden ingestuurd naar WBVR met een transport
georganiseerd door NVWA. Volgens afspraken tussen NVWA en WBVR worden,
ingeval van een verdenking van HPAI, de monsters direct onderzocht;
hierbij wordt een M PCR uitgevoerd en indien deze positief is een H5 en H7
specifieke PCR. Ingeval van een verdenking op basis van positieve
serologie kan worden besloten de M PCR en de H5/H7 specifieke PCR tijdens
werktijd uit te voeren. Blijkt uit laboratoriumonderzoek dat het een H5 of
H7 type virus aanwezig is, dan wordt het bedrijf besmet verklaard.
Naast de informatie betreffende AI bij pluimvee zal het specialisten team
ook informeren naar de gezondheidstoestand van de personen die direct
betrokken zijn bij de verzorging van het pluimvee en hen bij een mogelijke
besmetting verwijzen naar de GGD.
Aanpak verdachte en besmette
bedrijven:
Aviare Influenza is een meldingsplichtige ziekte
ingevolge artikel 15 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren. Bij
afhandeling van verdenkingen en bij de bestrijding zijn de betreffende
draaiboeken uitgangspunt en zijn de dan geldende regelgeving en de
instructie van de NVWA leidend.
Commercieel pluimvee: Zo snel
mogelijk wordt besloten tot ruiming van het pluimvee/gevogelte op het
besmette bedrijf en tot de maatregelen kunnen de volgende maatregelen voor
geheel of delen van Nederland worden afgekondigd: een algemeen of beperkte
stand-still, een bezoekers regeling, een afschermplicht en/of ophokplicht,
een verzamelverbod en een jachtverbod. Rondom een besmet bedrijf wordt een
beschermings- en toezichtgebied vastgesteld (bt-gebied ook wel A gebied
genoemd; beschermingsgebied met een 3 kilometer zone en een
toezichtsgebied van 10 kilometer zone) en een buffergebied (B gebied,
alleen verplicht bij H5N1). Daarnaast kunnen ruimingsgebieden en mogelijke
vrije gebieden (regionalisatie) worden aangewezen.
Bij een uitbraak
van HPAI in niet commercieel pluimvee wordt in ieder geval een BT gebied
ingesteld. Andere maatregelen zijn afhankelijk van de situatie. Bij de
vondst van HPAI bij wilde vogels wordt een controle en monitoringsgebied
ingesteld.
Algemene onderwerpen:
Aviaire goiter
Aviaire necropsie
Ziek maken
Sterfte
Trichomoniasis
Vitamine A
Vogelziekten
Ziekten
Ziekteverwekkers
Bacteriën:
Chlamydia
Clostridium
Ecoli
Megabacteria
Psittacose
Salmonella
Tuberculose
DNA:
DNA besmetting
DNA geslachtsbepaling
Parasieten:
Coccidiën
Cryptosporidium
Giardia
Schimmels:
Aspergillose I
Aspergillose II
Virussen:
Aviaire influenzavirus
Aviaire polyomavirus
Diagnose Aviaire influenzavirus
Newcastle virus
Pacheco
Psittacine
Westnijlvirus