Gyps bengalensis (Gmelin, 1788)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Gyps |
White-rumped vulture | Vautour chaugoun | ||
Bengalengeier | Grifone dorsobianco del Bengala | ||
Sep bengalski | Grifo de Bengala | ||
Bengalgam | Buitre Dorsiblanco Bengalí | ||
Bengalgrib | Бенгальский гриф |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort loopt terug. Er leven naar schatting 4.000 tot 6.000 volwassen exemplaren in het wild. |
Gyps bengalensis heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 75 - 85 cm Spanwijdte : 250 - 290 cm Gewicht : (M) circa 4700 gram / (V) circa 4700 gram |
Kenmerken: Bengaalse gieren zijn zeer sociaal en zijn het hele jaar in koppels te vinden, vaak met andere soorten, zoals de Indische gier (Gyps indicus). De Bengaalse gier heeft onlangs een catastrofale crash ondergaan, die het voortbestaan van deze soort ernstig bedreigt. Het is een middelgrote gier, met stompe klauwen en een bloot hoofd, dat deze groep van aasvoedende vogels karakteriseert. De vleugels zijn zwart, terwijl de halskraag, stuit en ondervleugels wit zijn. De kale hoofd en de nek zijn zwart en de kraag is zilver. |
Vlucht: |
Habitat: Deze gieren zijn vaak dicht bij menselijke bewoning te vinden, zoals steden en dorpen in de buurt van de teelt. Ze geven de voorkeur aan open boomlandschappen en vormen verschillende groepen met andere gierensoorten. |
Geluid: |
Voedsel: Net als alle gieren eten Bengaalse gieren aas en zoeken de karkassen bij vuilnisbelten, slachthuizen en in de open velden. Ze zijn vraatzuchtig en verslinden alles, zelfs botten. Soms eten de vogels te veel en kunnen ze niet of nauwelijks van de grond opstijgen. Van een koppel verschillende soorten gieren is gemeld, dat een karkas van een stier in slechts 40 minuten was opgepeuzeld. |
Voortplanting: Broeden komt ook voor in groepen op de traditionele locaties. De nesten liggen op 2 tot 18 meter hoogte en er kunnen maar liefst 15 in een boom. De paring vindt meestal plaats tussen november en januari, waarna de vrouwtjes een ei leggen, die vervolgens bijna twee maanden wordt bebroed. Na het uitkomen van de eieren blijven de kuikens twee tot drie maanden in het nest. |
Overige: Het gebruik van diclofenac in de diergeneeskunde werd zeer snel verboden in zowel Nepal als India nadat het schadelijke effect op gieren werd erkend. Dit was grotendeels te wijten aan het feit dat met de afname van gieren, de rattenpopulatie en het aantal karkas-consumerende wilde honden en dus ook het aantal gevallen van hondsdolheid bij mensen sterk toenam. Er was ook een andere ontstekingsremmer, meloxicam, beschikbaar, maar die was iets duurder. Ondanks het verbod wordt diclofenac nog steeds gebruikt in Zuid-Azië. |
Aanwezig (inheems) - Extant (resident): Bangladesh; Bhutan; Cambodja; Indië; Birma; Nepal; Pakistan Mogelijk uitgestorven - Possibly Extinct: Afganistan; Iran, Islamitische Republiek; Lao Democratische Volksrepubliek; Thailand; Vietnam Uitgestorven - Extinct: China; Maleisië Aanwezig & Migrerend (geen broedgebied) - Extant & Vagrant (non-breeding): Brunei Darussalam; Russische Federatie (Europees Rusland) |