Circus spilonotus (Kaup, 1847)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Circus |
Eastern marsh-harrier | Busard d'Orient | ||
Mangrovenweihe | Falco di palude | ||
Blotniak wschodni | Tartaranhão dos pauis asiático | ||
Brokig kärrhök | Aguilucho Lagunero Oriental | ||
Plettet Rørhøg | Восточный болотный лунь |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort is stabiel. Er leven naar schatting 40.000 tot 60.000 volwassen exemplaren in het wild. |
Circus spilonotus heeft 2 ondersoorten: - Circus spilonotus spilonotus - Circus spilonotus spilothorax |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 47 - 55 cm Spanwijdte : 119 - 145 cm Gewicht : 370 - 780 gram |
Kenmerken: Het mannetje van de Oosterse bruinekiekendief lijkt sterk op de Reunionkiekendief, maar is bleker en is fijner gestreept.Het vrouwtje lijkt op de gewone bruine kiekendief maar heeft een geen gele vlek, maar een gestreepte kruin en nek. Onvolwassen vogels zijn lichter van kleur dan die van de bruine kiekendief. Overigens werd deze soort, net als de Afrikaanse bruine kiekendief, Australische bruine kiekendief, Madagaskarkiekendiefen de Reunionkiekendief, als ondersoort beschouwd van de gewone bruine kiekendief. |
Vlucht: |
Habitat: De Oosterse bruinekiekendief komt voor van centraal Siberië tot noordoostelijk China en Japan. Net als bij de gewone bruine kiekendief bestaat het leefgebied van de vogel uit draslanden met veel riet. Meestal in zoet water, maar ook in brakwater lagunes, meestal in laagland. In Azië komt de vogel ook voor in berggebieden tot op 2000 m boven de zeespiegel en buiten de broedtijd soms in bosgebieden die nog hoger kunnen liggen. Honderden individuen kunnen buiten de broedtijd bij elkaar gezien worden in uitgestrekte rietlanden waarin ze overnachten. |
Geluid: Hun roep is een miauwend geluid. Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© Anon Torimi). |
Voedsel: De Oosterse bruinekiekendief voedt zich met een breed aanbod van prooien, variërend met lokale beschikbaarheid, zoals kleine zoogdieren, vogels, kikkers en reptielen. De voorkeur gaat uit naar kleine of middelgrote vogels. |
Voortplanting: Het broedseizoen begint in april. Het nest is gemaakt van takken en op de grond gebouwd, meestal in een rietveld. Er worden vier tot zeven eieren gelegd die 33 tot 48 dagen worden uitgebroed. De jongen vliegen uit na 35 tot 40 dagen. |
Overige: De wereldwijde populatiegrootte van de Oosterse bruinekiekendief wordt geschat op 40.000 tot 60.000 volwassen exemplaren, en met een extreem groot bereik worden ze als niet kwetsbaar beschouwd. Habitatverlies en menselijke activiteiten zijn de belangrijkste bedreigingen voor hun voortbestaan. |
Aanwezig (broedgebied) - Extant (breeding): Mongolië; Russische Federatie (Oost-Aziatisch Rusland) Aanwezig (geen broedgebied) - Extant (non-breeding): Brunei Darussalam; Cambodja; Cocos (Keeling) Eilanden; Hongkong; Indonesië; Korea, republiek van; Lao Democratische Volksrepubliek; Maleisië; Birma; Filippijnen; Singapore; Taiwan, provincie China; Thailand; Vietnam Aanwezig (inheems) - Extant (resident): China; Japan Aanwezig & Migrerend (geen broedgebied) - Extant & Vagrant (non-breeding): Bangladesh; Indië; Iran, Islamitische Republiek Aanwezig & Migrerend - Extant & Vagrant: noordelijke Mariana eilanden |