Aviceda subcristata (Gould, 1838)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Aviceda |
![]() |
Pacific Baza | ![]() |
Baza huppé |
![]() |
Papuaweih | ![]() |
Baza del Pacifico |
![]() |
Czubak australijski | ![]() |
Baza de cabeça cinzenta |
![]() |
Gråfotad baza | ![]() |
Baza Australiano |
![]() |
Gråfodet Baza | ![]() |
Хохлатая база |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
![]() |
Populatie trend van deze soort is stabiel. |
![]() |
Aviceda subcristata heeft 13 ondersoorten: - Aviceda subcristata subcristata Aviceda subcristata njikena - Aviceda subcristata timorlaoensis - Aviceda subcristata pallida - Aviceda subcristata reinwardtii - Aviceda subcristata stresemanni - Aviceda subcristata rufa - Aviceda subcristata waigeuensis - Aviceda subcristata obscura - Aviceda subcristata stenozona - Aviceda subcristata megala - Aviceda subcristata coultasi - Aviceda subcristata bismarckii - Aviceda subcristata gurneyi Aviceda subcristata robusta Aviceda subcristata proxima |
![]() |
Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 35 - 46 cm Spanwijdte : 80 - 105 cm Gewicht : circa 260 - 450 gram |
![]() |
Kenmerken: De Australische Koekoekswouw is een middelgrote havikachtige roofvogel met spitse kuif op het achterhoofd, een lichtgrijze kop en borst, een kaneelkleurige rug en brede bruine dwarsstrepen op de witte buik. De ondervleugel- en onderstaartdekveren zijn licht kaneelkleurig en steken af bij de witte buik en de zwarte en witte dwarstrepen. De ogen zijn geel, de washuid en snavel met twee tandachtige inkepingen aan beide kanten zijn zwart, de poten licht blauwgrijs. Beide geslachten ongeveer gelijk qua grootte. |
![]() |
Vlucht: |
![]() |
Habitat: De Australische Koekoekswouw heeft een voorkeur voor bossen en bosranden. |
![]() |
Geluid: De roep is een tweetonig gefluit. |
![]() |
Voedsel: Insecten en kleine gewervelde dieren, vooral boomkikkers en wandelende takken; ook vijgen en andere plantendelen. |
![]() |
Voortplanting: De Australische Koekoekswouw broedt in de vroege zomer na een balts met veel tuimelend vluchtvertoon. Legt gewoonlijk twee tot drie witte eieren in een vlak takkennest op een horizontale boomvertakking. Het uitbroedden duurt 33 dagen, waarna de jongen zich nog 33 - 35 dagen verder ontwikkelen in het nest. Beide geslachten bouwen het nest, broeden en voeren de jongen, maar het mannetje vangt het merendeel de prooi en brengt dit naar het wijfje en de jongen. |
![]() |
Overige: |