Melierax metabates (Heuglin, 1861)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Melierax |
Dark Chanting Goshawk | Autour chanteur | ||
Graubürzel Singhabicht | Astore cantante scuro | ||
Jastrzebiak ciemny | Açor cantor | ||
Mörk sånghök | Azor lagartijero Oscuro | ||
Mørk Sanghøg | Тем ный певчий ястреб |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort is stabiel. |
Melierax metabates heeft heeft 5 ondersoorten: - Melierax metabates metabates - Melierax metabates theresae - Melierax metabates neumanni - Melierax metabates ignoscens - Melierax metabates mechowi |
Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 42 - 50 cm Spanwijdte : circa 86 - 104 cm Gewicht : (M) circa 646 - 695 gram / (V) circa 841 - 852 gram |
Kenmerken: Bij deze middelgrote roofvogel vallen in het volwassen kleed vooral de lange poten op, en in vlucht bovendien de zwarte vleugelpunten en de markante staarttekening met grijs gestreepte stuit. Beide seksen zijn identiek gekleurd: kop, hals en rug zijn licht asgrijs, de buik is licht met fijn donkere dwarsbandering; de lange staart heeft 3 - 4 brede donkere banden. De washuid van de snavel is bij volwassen vogels oranjerood. Jonge vogels hebben daarentegen een donkerbruine bovenzijde en roestbruin gebandeerde onderzijde; de poten zijn vuilgeel tot oranje, de washuid van de snavel is geelachtig. |
Vlucht: |
Habitat: Donkere Zanghavikken leven in bossen in vochtige streken en in met doornstruiken en bomen begroeide savannen, af en toe ook in cultuurgebieden en aanplant. |
Geluid: In de balts- en broedtijd laat de Donkere Zanghavik een reeks luide, melodieuze fluittonen horen, die heel zangerig klinken en vaak worden herhaald; deze fluittonen klinken als 'wioe - wioe - wioe - wioe', waarbij het 'oe' telkens hoger is. De bedelroep van het vliegvlugge jong eindigt piepend. |
Voedsel: De Donkere Zanghavik jaagt meestal vanaf een zitplaats, doorgaans op hagedissen, kleine slangen en insecten, die hij op de grond vangt, waar de vogel zijn prooi zelfs lopend achtervolgt. Hij eet echter ook kleine zoogdieren en vogels tot het formaat van een duif. Bij de achtervolging van vliegende vogels toont de Donkere Zanghavik zich, net als alle havikachtige, zeer snel en wendbaar. |
Voortplanting: De vogels worden vermoedelijk op een leeftijd van 1 - 2 jaar geslachtsrijp. Het paar voert baltsvluchten uit en bouwt een nest in de dekking, vaak in een lage vork van een boom. Begin van de leg in Marokko in januari of februari. Legselgrootte 1 - 2 blauwwitte eieren (53 x 41 mm; 50 gram). Broedduur is waarschijnlijk 36 - 38 dagen. Alleen het vrouwtje broedt. Verblijfsduur van de jongen in het nest, 45 - 50 dagen. |
Overige: Er zijn in totaal 5 ondersoorten bekend, waarvan er 3 in tropisch Afrika voorkomen. In Marokko leeft de ondersoort Melierax Metabates theresae en op het Arabisch Schiereiland de subspecie Melierax Metabates ignoscens. |
Aanwezig (inheems) - Extant (resident): Angola; Benin; Botswana; Burkina Faso; Burundi; Kameroen; Centraal Afrikaanse Republiek; Tsjaad; Congo; Congo, de Democratische Republiek Congo; Ivoorkust; Djibouti; Eritrea; Ethiopië; Gambia; Ghana; Guinea; Guinee-Bissau; Kenia; Malawi; Mali; Mauritanië; Marokko; Mozambique; Namibië; Niger; Nigeria; Saoedi-Arabië; Senegal; Zuid-Afrika; Zuid Soedan; Soedan; Tanzania, Verenigde Republiek; Togo; Oeganda; Jemen; Zambia; Zimbabwe Aanwezig & Migrerend (geen broedgebied) - Extant & Vagrant (non-breeding): Swatini; Gabon; Israël; Rwanda; Sierra Leone; Somalië |