Spilornis kinabaluensis (Sclater, 1919)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Spilornis |
Mountain serpent-eagle | Serpentaire des Kinabalu | ||
Bergschlangenweihe | Aquila serpentaria di Kinabalu | ||
Wezojad górski | Águia serpentária montesa | ||
kinabaluhjälmörn | Culebrera del Kinabalu | ||
Borneoslangeørn | Кинабалусский хохлатый змееяд |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort loopt terug. Er leven naar schatting 2.500 tot 19.999 volwassen exemplaren in het wild. |
Spilornis kinabaluensis heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 51 - 58 cm Spanwijdte : 118 - 129 cm Gewicht : (M) circa - gram / (V) circa - gram |
Kenmerken: De kinabalu slangarend lijkt sterk op de eveneens op Borneo voorkomende Indische slangenarend (Spiloris cheela). Deze is iets minder donker, maakt een ander geluid en leeft in een ander habitat. Het verenkleed is donkerbruin met lichtere vlekken aan de onderkant, vleugels en achterkant van de nek. Op de achterkant van het hoofd is een umbra-bruine vlek zichtbaar. De keel is zwart, de vrij lange staart zwartachtig met een brede witte band. De lange vleugels hebben zwarte uiteinden en witte veren op de poten. |
Vlucht: |
Habitat: De kinabalu slangarend is een standvogel in bossen die liggen op rotsrichels waar het bos lager wordt in een gordel tussen de 750 en 2900 m boven de zeespiegel. In de laagste regionen kan ook nog de Indische slangenarend voorkomen, maar die heeft dan de voorkeur voor beter ontwikkeld bos op meer beschutte plaatsen in het gebergte. |
Geluid: Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© Peter de Rouw). |
Voedsel: De kinabalu slangarend voedt zich voornamelijk met slangen en hagedissen. |
Voortplanting: Er is weinig bekend over de nestbiologie, behalve dat begin november twee pas uitgevlogen kuikens werden waargenomen. |
Overige: De kinabalu slangarend heeft een klein bereik en er wordt verondersteld dat zij in aantalen af nemen als gevolg van ontbossing. De International Union for Conservation of Nature (IUCN) categoriseert het als bijna bedreigd (Near Threatened). De populatie wordt geschat op tussen de 2.500 en 19.999 volwassen individuen. |