Busarellus nigricollis (Latham, 1790)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Busarellus |
Black-collared hawk | Buse à tête blanche | ||
Schwarzhalstaucher | Poiana dal collare nero | ||
Tarczownik | Gaviao belo | ||
Svarthalsad vråk | Busardo Colorado | ||
Fiskevåge | Рыбный канюк |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort loopt terug. Er leven naar schatting 50.000 tot 499.999 volwassen exemplaren in het wild. |
Busarellus nigricollis heeft 2 ondersoorten: - Busarellus nigricollis nigricollis - Busarellus nigricollis leucocephalus |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 45 - 58 cm Spanwijdte : 115 - 143 cm Gewicht : (M) circa 390 - 990 gram / (V) circa 580 - 1070 gram |
Kenmerken: De roofvogel is overwegend kaneelkleurig, op de borst en buik lichter dan op de rug. De kop is bleek okerkleurig.Een opvallend kenmerk is de donker gekleurde kraag die een afscheiding vormt tussen de lichte kop en de kaneelkleurige borst. De handpennen zijn zwart en de buitenranden van de armpennen zijn ook zwart. De moerasbuizerd heeft net als de visarend grote klauwen met scherpe uitsteeksels waarmee de vogel glibberige vissen goed vast kan houden. |
Vlucht: Meestal jaagt de moerasbuizerd vanaf een baars nabij de kust, zoals overhangende takken of struiken. Hij laat zich een klein stukje glijden en grijpt de prooi met behulp van de sterke klauwen uit het ondiepe water of uit de drijvende bladvegetatie. De prooi wordt dan meestal naar een plek gebracht op ongeveer 100 tot 300 m afstand. Volgens een korte veldstudie was 57% van de jachtpogingen succesvol. |
Habitat: De moerasbuizerd leeft in de vochtig regenwoud en moerasbossen in het laagland van Centraal- en Zuid-Amerika van Mexico tot in Uruguay. Vooral rivier- en kustbossen zijn favoriet. |
Geluid: Klik hier voor afspelen geluidsfragment. |
Voedsel: De moerasbuizerd leeft van vis, maar ook hagedissen, slakken, wormen, ratten en muizen. Vrij zelden wordt er op kleine zoogdieren, vogels of hagedissen gejaagd en in één geval bleek ook een ongeveer 40 cm lange brilkaaiman een prooi te zijn. |
Voortplanting: Het broedseizoen in Suriname is tussen juni en december, begint in Guyana en Colombia vanaf april en in Paraguay en Noord-Argentinië vanaf augustus of september. De soms vrij grote nesten bestaan uit takken en zijn bekleed met verse bladeren. Ze worden in grote bomen, die vaak in de buurt van water staan, op ongeveer 12 tot 15 m hoogte gebouwd. Ook nestelen zij in mangrovebossen, soms ook in koffieplantages onder schaduwbomen. Het nest wordt in de jaren erna hergebruikt. Het legsel bestaat uit 1 tot 2 eieren. |
Overige: De moerasbuizerd heeft de basale vingerkootjes van de binnenste teen samengesmolten, wat een aanpassing kan zijn om te voorkomen dat de teen terugbuigt bij het vangen van een prooi. Deze functie wordt gedeeld met Ictinia en met de groep echte wouwen en zeearenden (Milvus, Haliastur, Haliaaetus en Icthyophaga). |
Aanwezig (inheems) - Extant (resident): Argentinië; Belize; Bolivia, Plurinationale Staten van; Brazilië; Colombia; Costa Rica; Ecuador; El Salvador; Frans Guyana; Guatemala; Guyana; Honduras; Mexico; Nicaragua; Panama; Paraguay; Peru; Suriname; Trinidad en Tobago; Uruguay; Venezuela, Bolivariaanse Republiek |