PAPOEA DWERGAREND
Hieraaetus weiskei (Reichenow, 1900)
Taxonomie
| Orde | Familie | Genus |
| Accipitriformes | Accipitridae | Hieraaetus |
 |
New Guinea Hawk-eagle |  |
Aigle de Weiske |
 |
Papuazwergadler |  |
|
 |
Orzełek nowogwinejski |  |
|
 |
Pygméörn |  |
Águila papúa |
 |
 |
Synonym(s):
-
-
Status IUCN Redlist
| DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Laatste IUCN publicatie update: 2016
► Eerdere publicaties...
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2006 — Least Concern (LC)
2004 — Not Recognized (NR)
2000 — Not Recognized (NR)
1994 — Not Recognized (NR)
1988 — Not Recognized (NR)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2006 — Least Concern (LC)
2004 — Not Recognized (NR)
2000 — Not Recognized (NR)
1994 — Not Recognized (NR)
1988 — Not Recognized (NR)
Roofvogel informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
 |
Populatie trend van deze soort loopt terug. |
 |
Hieraaetus weiskei heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
 |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 38 - 48 cm Spanwijdte : 112 - 126 cm Gewicht : (M) circa 480 gram / (V) circa - gram |
 |
Kenmerken: Tot voor kort beschouwd als specifiek voor H. morphnoides, maar verschilt in zijn kleinere omvang. De vleugellengte 308-317 mm versus 332-396 mm bij mannen en 327–342 mm versus 367-413 mm bij vrouwtjes. Minder uitgesproken of niet-bestaande malaire streep. Is meer gelijkmatig verdeeld met donkere kroonstrepen op een witte basis (versus dichter opeengepakte bredere donkere centrale kroonstrepen op biscuitkleurige basis, waardoor een afgedekt effect ontstaat met een prominenter bleke postoculaire supercilium); borststrepen prominenter en uitgebreider; afwezigheid van brede lichtbruine (biscuitkleurige) kraag (vanaf nekzijden rond nek); minder gekuifde kroon; zeven (niet zes) staartbalken, donkerder en breder van patroon en reikende randen van veren; donkerdere bovendelen, inclusief slagpennen. |
 |
Vlucht: |
 |
Habitat: Gebruikt primair regenwoud, oeverbos, moessonbos en bosranden; zweeft laag boven het bos. |
 |
Geluid: |
 |
Voedsel: Er zijn Papoea dwergarenden gezien die zweefden en op prooien doken in bosluifels. De roofvogel is in staat tot zeer snelle duiken en valt andere vogels aan, zoals de bruine koekoeksduif en de bergvruchtduif. Gewoonlijk zweeft de roofvogel laag over het bladerdak op zoek naar prooien en duikt dan op andere vogels in het bladerdak. |
 |
Voortplanting: |
 |
Overige: |
Voorkomen in de wereld
 |
Leefgebied: Papoea-Nieuw-Guinea en Indonesië. |
