ZWARTE KIEKENDIEF
Circus maurus (Temminck, 1828)
Taxonomie
| Orde | Familie | Genus |
| Accipitriformes | Accipitridae | Circus |
 |
Black harrier |  |
Busard maure |
 |
Mohrenweihe |  |
Albanella nera |
 |
Blotniak czarny |  |
Tartaranhão preto |
 |
Svart kärrhök |  |
Aguilucho Negro |
 |
Sort Kærhøg |  |
Чёрный лунь |
Synonym(s):
-
-
Status IUCN Redlist
| DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Laatste IUCN publicatie update: 2017
► Eerdere publicaties...
2016 — Vulnerable (VU)
2012 — Vulnerable (VU)
2008 — Vulnerable (VU)
2004 — Vulnerable (VU)
2000 — Vulnerable (VU)
1994 — Unknown (LR/NT)
1988 — Near Threatened (NT)
2016 — Vulnerable (VU)
2012 — Vulnerable (VU)
2008 — Vulnerable (VU)
2004 — Vulnerable (VU)
2000 — Vulnerable (VU)
1994 — Unknown (LR/NT)
1988 — Near Threatened (NT)
Roofvogel informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
 |
Populatie trend van deze soort loopt terug. Er leven naar schatting 251 tot 999 volwassen exemplaren in het wild. |
 |
Circus maurus heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
 |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 44 - 50 cm Spanwijdte : 105 - 115 cm Gewicht : (M) circa - gram / (V) circa - gram |
 |
Kenmerken: Deze roofvogel is 44 tot 50 cm lang en daarmee een middelgrote kiekendief. De volwassen zwarte kiekendief is onmiskenbaar: overwegend zwart met een zwart-wit dwarsgestreepte staart, witte stuit en gele poten. Ook de ogen en de washuid bij de snavel zijn geel. Op de ondervleugels zitten witte vlakken die scherp contrasteren met het zwart in de rest van het verenkleed. Onvolwassen vogels zijn donkerbruin met spikkels en streepjes, maar ze zijn toch door hun overwegend donkerbruine verenkleed van andere jonge kiekendieven te onderscheiden. |
 |
Vlucht: |
 |
Habitat: Het kerngebied van de verspreiding ligt in de West-Kaap van Zuid-Afrika en verder in andere Zuid-Afrikaanse provincies. Daarnaast broedt een geïsoleerde populatie in het noorden van Namibië. Niet broedende vogels zijn waargenomen in Lesotho, Botswana en Swaziland. Het leefgebied bestaat uit kuststreken en montane gebieden begroeid met fynbos, maar ook halfwoestijnen in de Karoo en open vlaktes met lage vegetatie of akkers. |
 |
Geluid: |
 |
Voedsel: Voornamelijk kleine vogels, tot 350 g, inclusief nestvogels; ook eieren, knaagdieren (muizen en vlei-ratten), insecten (sprinkhanen, kevers). |
 |
Voortplanting: |
 |
Overige: |
Voorkomen in de wereld
 |
Leefgebied: Botswana, Lesotho, Namibië, Zuid-Afrika. |
