Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 38 cm Spanwijdte : 51
- 60
cm Gewicht : (M) circa 580 gram / (V) circa 870 gram
Kenmerken: De gebandeerde bosvalk heeft
een donker gekleurde rug met een witte hals en borst. De soort heeft drie
morfologische varianten: bleek, geelbruin en donker. De eerste twee hebben
een lichtgekleurde halsband achter in hun nek. Hoewel zijn levensstijl in
het bos, ronde korte vleugels, lange staart en het ontbreken van de
karakteristieke snaveltand, lijkt op die van de haviken, zijn er
verschillende morfologische verbanden met de Falconidae waarin hij nu is
geplaatst, bijv. het verenpatroon en de vorm van de schedel.
Vlucht:
Habitat: Vanwege hun verschillen kan de gebandeerde bosvalk een verscheidenheid aan habitats bewonen.
Van vochtige streken,
zoals mangroven, tropische en regenwouden tot galerijbossen. Ze geven de voorkeur aan gebieden waar het kreupelhout relatief
dicht is en waar ze zich er gemakkelijker in kunnen bewegen en jagen. Ze
komen voor van zeeniveau tot 2500 meter hoogte.
Geluid:
Voedsel: De gebandeerde bosvalk heeft een
grote verscheidenheid aan prooien, zoals vogels, zoogdieren, hagedissen,
slangen en insecten. In een studie die tussen 1990 en 1992 werd
uitgevoerd, werden prooidieren die aan de vrouwtjes, nestvogels en jonge
vogels werden geleverd, geteld en geïdentificeerd op soort. Er werden 223
prooi-items geregistreerd, waarvan er 171 werden geïdentificeerd. De
resultaten toonden aan dat het grootste deel van het dieet van de valk uit
zoogdieren bestond (46,2%), 34,5% vogels, 18,7% reptielen en 0,6%
amfibieën. Prooidieren varieerde van kleinere 20 gram tot zeer grote
2,7-3,2 kilogram.
Voortplanting: Parings activiteiten, waaronder vocalisaties, het
zoeken en bewaken van nestplaatsen, prooi-uitwisselingen en copulatie
vinden plaats tijdens het droge seizoen van januari tot maart. Het leggen
van eieren beslaat een periode van 30 dagen, met een piek in de maand
maart. Vervolgens duurt de incubatietijd ongeveer 46-48 dagen met het
vrouwtje als degene die de taak uitvoert. Het mannetje zorgt ondertussen
voor al het voer voor deze periode. Gemiddeld vliegen de jongen na 50
dagen uit. Bovendien blijven ze nog 6 tot 11 weken afhankelijk van hun
ouders.
Overige:
Voorkomen in de wereld
Leefgebied: Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Frans-Guyana,
Guyana, Peru, Suriname, Venezuela.