GEBANDEERDE TORENVALK
Falco zoniventris (Peters, 1854)
Taxonomie
| Orde | Familie | Genus |
| Falconiformes | Falconidae | Falco |
 |
Banded Kestrel |  |
Faucon à ventre rayé |
 |
Bindenfalke |  |
Gheppio fasciato del Madagascar |
 |
Pustulka prazkowana |  |
Francelho listrado |
 |
ZWEEDS |  |
Cernícalo Malgache |
 |
Gråstribet Tårnfalk |  |
Мадагаскарская полосатая пустельга |
Synonym(s):
-
-
Status IUCN Redlist
| DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Laatste IUCN publicatie update: 2016
► Eerdere publicaties...
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Near Threatened (NT)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Near Threatened (NT)
Roofvogel informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
 |
Populatie trend van deze soort is stabiel. Er leven naar schatting 670 tot 6.700 volwassen exemplaren in het wild. |
 |
Falco zoniventris heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
 |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 27 - 30 cm Spanwijdte : 60 - 68 cm Gewicht : circa 180 - 240 gram |
 |
Kenmerken: De bovendelen van de gebandeerde torenvalk zijn grijs en de staart is donker. De buik is witachtig met donkergrijze strepen op de keel en bovenborst en donkergrijze strepen op de onderborst en buik. De poten, ogen en washuid zijn geel en er is een blote gele huid rond het oog. Jonge vogels zijn bruiner dan de volwassenen met donkere ogen en minder blote huid rond het oog. |
 |
Vlucht: |
 |
Habitat: Het komt voor vanaf zeeniveau tot 2000 meter. Het leeft op open plekken en randen in bos en bos. |
 |
Geluid: |
 |
Voedsel: De gebandeerde torenvalk voedt zich met kleine reptielen zoals kameleons en daggekko's, grote insecten zoals sprinkhanen en kevers en af en toe vogels. Een prooi wordt op de grond gevangen of uit een tak of boomstam gerukt. |
 |
Voortplanting: Het paren vindt plaats van september tot december. Het nest is een eenvoudig schraapsel, meestal in het oude nest van een andere vogel, vooral de sikkelbekvanga. Het nest bevindt zich in een boomgat of tussen epifytische groei. Er worden drie gelige eieren gelegd. |
 |
Overige: |
Voorkomen in de wereld
 |
Leefgebied: Madagaskar. |
