Falco hypoleucos (Gould, 1841)
Orde | Familie | Genus |
Falconiformes | Falconidae | Falco |
Grey falcon | Faucon gris | ||
Silberfalke | Falco grigio | ||
Sokól siwy | Falcão cinzento | ||
Gråfalk | Halcón Gris | ||
Gråfalk | Серый сокол |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. Er leven naar schatting 500 - 1000 volwassen exemplaren in het wild. |
Falco hypoleucos heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 33 - 43 cm Spanwijdte : 81 - 103 cm Gewicht : (M) circa 335 gram / (V) circa 500 - 624 gram |
Kenmerken: Grijzevalken zijn middelgrote, gedrongen valken. Ze zijn iets groter dan de kleine torenvalken en iets kleiner dan de vrouwelijke slechtvalk. Ze hebben lange, puntige vleugels, de snavel is kort en krachtig en heeft aan elke kant een duidelijke hoekige tand. De Grijzevalk is op meestal grijs van kleur, met fijne strepen die alleen van dichtbij te zien zijn. De bovenkant is blauwgrijs, de onderkant is witachtig grijs en de keel en onderrug is wit. De bovenkant van de kop is iets donkerder. De slagpennen zijn zwartachtig, de staartveren grijs en fijn gestreept met een brede, donkerdere subterminale band en witachtige uiteinden. De iris van de valk is bruin. Bij volwassen dieren zijn de neusrand en de blote huid rond de ogen en de snavel oranjegeel, bij jonge dieren zijn de neusrand en de blote huid rond de ogen blauwgrijs. De poten van volwassen Grijzevalken zijn heldergeel, die van juvenielen doffer. |
Vlucht: |
Habitat: De Grijzevalk leeft in de droge delen van Australië, meestal ver van de kust en waar minder dan 500 mm regen per jaar valt. Het leefgebied bestaat uit half open droog bos, savanne en duinvegetaties waardoor waterlopen waarlangs bomen staan. |
Geluid: Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© Jim Holmes). |
Voedsel: Grijzevalken voeden zich voornamelijk met vogels, zoals duiven en papegaaien, maar ook kleine zoogdieren, hagedissen en grote insecten. Aas wordt ook gegeten. Grijzevalken jagen in een snelle, lage vlucht of glijden van een baars om voedsel op de grond te vangen. |
Voortplanting: De soort nestelt in oude nesten van andere vogels, meestal kraaiachtigen, in de top van een boom in de buurt van water. Het legsel bestaat uit twee tot drie eieren, die in ongeveer 35 dagen worden uitgebroed. Na 41 tot 52 dagen verlaten de jongen het nest. |
Overige: Het verspreidingsgebied van de Grijzevalk is erg groot, maar de bevolkingsdichtheidis erg laag. De populatie wordt geschat op 500 tot 1000 geslachtsrijpe vogels. Het leefgebied en de broedplaatsen worden bedreigd door overbegrazing en ontbossing. |