Falco Naumanni (Fleischer, 1818)
Orde | Familie | Genus |
Falconiformes | Falconidae | Falco |
Lesser kestrel | Faucon crécerellette | ||
Rötelfalke | Grillaio | ||
Pustułeczka | Peneireiro das torres | ||
Rödfalk | Cernícalo Primilla | ||
Lille Tårnfalk | Степная пустельга |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. Er leven naar schatting 80.000 tot 134.000 volwassen exemplaren in het wild. |
Falco naumanni heeft twee ondersoorten: - Falco naumanni naumanni - Falco naumanni pekinensis |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 30 - 32 cm Spanwijdte : 70 - 75 cm Gewicht : (M) circa 140 gram / (V) circa 150 gram |
Kenmerken: Hij lijkt zeer veel op de torenvalk, maar iets kleiner en slanker. Het gemakkelijkst zijn beide soorten in het veld van elkaar te onderscheiden door het geluid en in de vlucht aan het feit dat bij de kleine torenvalk de beide middelste staartpennen duidelijk langer zijn (tot twee centimeter) dan de overige. Bij het mannetje van de kleine torenvalk in prachtkleed zijn de rug en ook de bovenkant van de vleugels prachtig roestrood en (anders dan bij de torenvalk) geheel ongevlekt; ook roestgele onderzijde vertoont maar weinig donkere vlekken. De kop en de staart zijn meer blauwgrijs en bij de zittende vogel is op de vleugels een leigrijs veld te zien. De vrouwtjes en de jongen zijn zeer moeilijk van die van de torenvalk te onderscheiden, maar in gebieden waar beide voorkomen is dit relatief gemakkelijk door de roep. De nagels zijn altijd licht en niet zwart, zoals bij de torenvalk. |
Vlucht: |
Habitat: Droge en open gebieden in warme streken; de voorkeur genieten rotsachtige hellingen met spaarzaam begroeide bodem, zodat de daar levende prooidieren gemakkelijk kunnen worden ontdekt en gevangen. |
Geluid: Een hees 'kétsjet' of 'kétsjèèèh', dat op en bij de broedplaats veel te horen is. Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© SonoNatura). |
Voedsel: De kleine torenvalk jaagt meestal vliegend en wiekelend, soms vanaf een uitkijkpost; zelden lopend. Het hoofdvoedsel wordt gevormd door insecten als sprinkhanen (krekels) en kevers; in het winterverblijf in Afrika ook zwermende termieten en larven van het treurvliegje. Daarenboven, bijvoorbeeld in het voorjaar als de sprinkhanen nog ontbreken, ook kleine zoogdieren en reptielen. |
Voortplanting: Op één - twee jarige leeftijd is de kleine torenvalk geslachtsrijp. Het huwelijk duurt gewoonlijk één seizoen; graag wordt in kolonies gebroed, maar ook solitaire broedgevallen komen voor. Als broedplaatsen fungeren gaten in rots- of lösswanden, in nissen, onder daken van gebouwen en soms in boomholten of nestkasten. Broedtijd: het leggen begint eind april - begin mei; legselgrootte: 3 - 5 eieren (35x29 mm; 16 gram), die met tussenpozen van één tot twee dagen wordt gelegd. Ze zijn lichtbruin met roodbruine puntjes en vlekken; broedduur 28-29 dagen; nestperiode: circa 4 weken. |
Overige: |
Aanwezig (inheems) - Extant (resident): Albanië; Algerije; Bulgarije; Tsjaad; Eritrea; Ethiopië; Ghana; Gibraltar; Griekenland; Iran, Islamitische Republiek; Irak; Israël; Italië; Jordanië; Kenia; Libië; Maldiven; Mali; Malta; Mauritanië; Marokko; Nepal; Niger; Noord-Macedonië; Palestina, Staat van; Roemenië; Russische Federatie (Europees Rusland); Senegal; Spanje; Soedan; Syrische Arabische Republiek; Tanzania, Verenigde Republiek van; Togo; Tunesië; Turkije; Oeganda; Zambia Aanwezig (broedgebied) - Extant (breeding): Afganistan; Armenië; Azerbeidzjan; Bosnië-Herzegovina; China; Kroatië; Frankrijk; Georgië; Kazachstan; Moldavië; Mongolië; Montenegro; Portugal; Russische Federatie (Oost-Aziatisch Rusland, Centraal-Aziatisch Rusland); Servië; Turkmenistan; Oekraïne; Oezbekistan Aanwezig (geen broedgebied) - Extant (non-breeding): Angola; Benin; Botswana; Burkina Faso; Burundi; Centraal Afrikaanse Republiek; Congo, de Democratische Republiek Congo; Ivoorkust; Swatini; Gambia; Guinea; Lesotho; Liberia; Malawi; Mozambique; Namibië; Nigeria; Pakistan; Rwanda; Sierra Leone; Somalië; Zuid-Afrika; Zimbabwe Aanwezig (passage) - Extant (passage): Bahrein; Cyprus; Djibouti; Egypte; Indië; Koeweit; Libanon; Birma; Oman; Katar; Saoedi-Arabië; Zuid Soedan; Verenigde Arabische Emiraten; Westelijke Sahara; Jemen Uitgestorven - Extinct: Oostenrijk; Tsjechische Republiek; Lao Democratische Volksrepubliek; Slowakije; Slovenië Aanwezig & Migrerend (geen broedgebied) - Extant & Vagrant (non-breeding): Kameroen; Singapore Aanwezig & Migrerend (seizoensgebonden onzeker) - Extant & Vagrant (seasonality uncertain): Japan; Sri Lanka Aanwezig & Migrerend - Extant & Vagrant: België; Congo; Denemarken; Gabon; Duitsland; Ierland; Liechtenstein; Seychellen; Zweden; Verenigd Koninkrijk Aanwezig & oorsprong onzeker (broedgebied) - Extant & Origin Uncertain (breeding): Kirgizië; Tadzjikistan Aanwezig & oorsprong onzeker (passage) - Extant & Origin Uncertain (passage): Bangladesh Aanwezig & oorsprong onzeker (seizoensgebonden onzeker) - Extant & Origin Uncertain (seasonality uncertain): Cambodja |