Phalcoboenus carunculatus (Des Murs, 1853)
Orde | Familie | Genus |
Falconiformes | Falconidae | Phalcoboenus |
Carunculated Caracara | Caracara caronculé | ||
Streifenkarakara | Caracara caruncolato | ||
Karakara kreskowana | Carcará carunculado | ||
Skrynkelstrupig karakara | Caracara Carunculado | ||
Plettet Caracara | Морщинистая каракара |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. Er leven naar schatting 670 tot 6.700 volwassen exemplaren in het wild. |
Phalcoboenus carunculatus heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 50 - 56 cm Spanwijdte : 112 - 119 cm Gewicht : (M) circa - gram / (V) circa - gram |
Kenmerken: De Lelcaracara lijkt op de nauw verwante Andes caracara, maar in tegenstelling tot die soort zijn de borst en bovenbuik zwart met dichte witte strepen. Juveniele vogels zijn veel minder onderscheidend dan de oranjekleurige bonte volwassenen, omdat ze over het algemeen bruin zijn, met een doffe roze-grijze gezichtshuid. |
Vlucht: Tijdens de vlucht herkent men een bleke, geelbruine vlek aan de basis van de voorvleugels. De naakte kop en de poten zijn donker gekleurd. |
Habitat: De Lelcaracara komt voor in droge, boomloze gebieden, in de buurt van met gras begroeide heide en Páramo-vegetatie tussen de 3000 en 4200 meter hoogte. In Colombia komt de vogel voor in de centrale gebieden van het Departamento de Cauca in het nationale park Puracé en zuidelijk tot in de Andes van het Departamento de Nariño. In Ecuador reikt hun verspreidingsgebied tot in de provincies Azuay, El Oro en het noorden van Loja. Ook treft men hem veelvuldig aan in het reservaat van Antisana. |
Geluid: Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© John V. Moore). |
Voedsel: De Lelcaracara is een zeer opportunistische soort die vaak op de grond wordt waargenomen. Hij voedt zich met zowel aas, alsmede vrijwel elk klein dier dat hij kan vangen. |
Voortplanting: Lelcaracaras nestelen op klifranden waar ze een structuur bouwen met stokken. Het kan af en toe in een boom nestelen. Het vrouwtje legt meestal 2 eieren in september - oktober. Het nestgedrag van deze soort is slecht bekend. |
Overige: |