ANDES-SCHREEUWUIL
Megascops ingens (Salvin, 1897)
Taxonomie
| Orde | Familie | Genus |
| Strigiformes | Strigidae | Megascops |
 |
Rufescent Screech-Owl |  |
Petit-duc de Salvin |
 |
Salvineule |  |
Assiolo rossiccio americano |
 |
Syczek wlochaty |  |
|
 |
Rostskrikuv |  |
Autillo Pálido |
 |
Rødbrun Dværghornugle |  |
Совка Сальвина |
Synonym(s):
-
-
Status IUCN Redlist
| DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Laatste IUCN publicatie update: 2016
► Eerdere publicaties...
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Not Recognized (NR)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Not Recognized (NR)
Uilen informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
 |
De populatie trend van deze soort loopt terug. |
 |
Megascops ingens is gesplitst in 3 soorten: - Megascops ingens ingens - Megascops minimus - Megascops ingens venezuelanus |
 |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 25 - 29 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : (M) 134 - 190 gram / (V) 140 - 273 gram |
 |
Kenmerken: De Andes-schreeuwuil komt voor in twee varianten, bruin en roestbruin. Hij is groot en op het eerste gezicht gelijkmatig gekleurd. Gezichtsschijf kastanjebruin met vage ringen en een onduidelijke rand. Bleke wenkbrauwen. Bovendelen taankleurig-olijf met licht grijsbruine of zandige rufous. Onderzijde wit met fijne balken witbruin en enkele donkerbruine strepen. Iris bruin. De randen van de vleugels lijken wit gevlekt. |
 |
Vlucht: |
 |
Habitat: Dicht, vochtig nevelwoud en struikgewas op de Andes-hellingen op een hoogte van 1200 tot 2250 meter. |
 |
Geluid: |
 |
Voedsel: De Andes-schreeuwuil is een nachtelijke jager welke waarschijnlijk op insecten, spinnen en kleine gewervelde dieren jaagt. |
 |
Voortplanting: De reproductieve biologie van deze uil verdient verdere studie, maar hij nestelt meestal in een natuurlijk gat in een boom waar hij puur witte eieren direct op de bodem van de holte legt. |
 |
Overige: |
Voorkomen in de wereld
 |
Leefgebied: Bolivia, Colombia, Ecuador, Peru, Venezuela. |
