► Eerdere publicaties...
2014 — Least Concern (LC)
Uilen informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort loopt terug.
Glaucidium gnoma heeft geen ondersoorten (monotypisch).
Afmetingen en gewichten: Lengte : 18 - 19 cm Spanwijdte : - cm
Gewicht : (M) - gram / (V) - gram
Kenmerken: De bergdwerguil heeft zwarte
vlekken aan de achterzijde van de hals, die suggereren dat hij "ogen" op het
achterhoofd heeft'. Deze soort is een heel kleine, ‘oorloze’ uil; bruin, met scherp gestreepte
flanken en een vrij lange gestreepte staart. Overdag vaak te horen door
roepen
of wordt vliegend gezien. De staart wordt vaak in een parmantige hoek gehouden.
Vlucht:
Habitat: De bergdwerguil komt voor in een
grote verscheidenheid aan bostypen, waaronder open eikenbossen, platanen
in canyons, dennen-eikenbossen, naaldbossen in het verre noorden en hoge
bergen. Over het algemeen in gedeeltelijk open habitats in plaats van in
vast, ononderbroken bos.
Geluid:
Voedsel: Het voedsel omvat knaagdieren, vogels, insecten,
hagedissen. Dieet varieert per locatie en seizoen. Knaagdieren, zoals
woelmuizen en muizen, zijn vaak een belangrijke prooi. Ook zoogdieren zo
groot als gophers en eekhoorns worden geslagen. Bij warm weer verorberd de bergdwerguil veel grote
insecten, zoals sprinkhanen, krekels, krekels, kevers. Kleine zangvogels
nemen soms wel een derde van het dieet op. In zuidelijke delen van het
verspreidingsgebied, worden veel hagedissen gevangen. Deze uil jaagt het
actiefst bij zonsopgang en zonsondergang, maar ook op andere momenten.
Kijkt naar een prooi vanaf een hoge uitkijkplek en maakt dan een zeer
snelle achtervolging.
Voortplanting: Sommige bergdwerguilen verdedigen hun
territoria het hele jaar door. Vrijagevertoningen in de schemering kunnen
snelle luchtachtervolgingen door de bomen in de buurt van potentiële
nestplaatsen inhouden. In het baltsperiode voedt het mannetje het
vrouwtje.
Nest wordt in een holte van een boom gemaakt, hetzij in
natuurlijke holte of (misschien vaker) in verlaten spechtgat. Als er geen
nest wordt gebouwd, dan worden de eieren gelegd in de bodem van een holte.
Er worden meestal 3 tot 4 eieren helegd, soms 2 tot7, wit van kleur.
Incubatie wordt alleen door het vrouwtjes gedaan voor een periode van
ongeveer 28 dagen.
Beide ouders nemen deel aan de voedselvoorziening van de juvenielen
vogels, waarbij mannetjes veel van de prooien meebrengen en vrouwtjes het
aan de kuikens geeft. Met 27 tot 28 dagen maken de jonge vogels hun eerste
vlucht.