Glaucidium castanopterum (Horsfield, 1821)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Glaucidium |
Javan Owlet | Chevêchette spadicée | ||
Trillerkauz | Civetta nana alicastane | ||
Sóweczka jawajska | |||
Javasparvuggla | Mochuelo de Java | ||
Indonesisk Spurveugle | Яванский сычик |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
Glaucidium castanopterum heeft 8 ondersoorten: - Glaucidium cuculoides cuculoides - Glaucidium cuculoides austerum - Glaucidium cuculoides rufescens - Glaucidium cuculoides bruegeli - Glaucidium cuculoides delacouri - Glaucidium cuculoides deignani - Glaucidium cuculoides whitelyi - Glaucidium cuculoides persimile |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 22 - 26 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : (M) - gram / (V) - gram |
Kenmerken: De gezichtsschijf van de bruinvleugel dwerguil heeft geen duidelijke rand en is roestbruin en donker geelachtig gestreept. Hij heeft witte wenkbrauwen, bruine kop met fijne gelige strepen. Bovendeel kastanjebruin, vleugels en staart donker geelachtig en bruin geband. Flanken en buik met bruine roestbruine strepen. Snavelgroen met gele punt, poten zijn groenachtig geel en de iris is geelbruin gekleurd. |
Vlucht: |
Habitat: De bruinvleugel dwerguil komt voor in primair en secundair bos. Soms wel tot 2000 meter hoogte. |
Geluid: |
Voedsel: de bruinvleugel dwerguil voedt zich voornamelijk met insecten en kleine knaagdieren, maar ook vogels en reptielen. Het is een nachtelijke jager, bespringt zijn prooi vanaf een hoge plek. |
Voortplanting: Gebruikt oude spechtgaten of andere boomholtes als nest. Het legselgrootte is meestal 4 eieren. |
Overige: |