Otus bakkamoena (Pennant, 1769)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Otus |
Indian scops-owl | Petit-duc à collier | ||
Mentawi-Zwergohreule | Assiolo di Sipora | ||
Syczek dlugouchy | Mocho de orelhas da Índia | ||
Kinesisk kragdvärguv | Autillo de las Mentawai | ||
Sipuradværghornugle | Ошейниковая совка |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
Otus bakkamoena heeft 5 ondersoorten: - Otus bakkamoena bakkamoena - Otus bakkamoena plumipes - Otus bakkamoena gangeticus - Otus bakkamoena marathae - Otus bakkamoena deserticolor |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 23 - 25 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : (M) - gram / (V) - gram |
Kenmerken: De Indische dwergooruil is een kleine uil, hoewel het een van de grootste dwergooruilen is. Net als andere dwergooruilen heeft het kleine plukjes hoofd of oren. De bovendelen zijn grijs of bruin, afhankelijk van de morph, met vage buff-vlekken. De buik is bleekgeel met fijne donkere strepen. De gezichtsschijf is witachtig of bleekgeel en de ogen zijn oranje of bruin. Beide geslachten zijn vergelijkbaar. |
Vlucht: De vlucht is diep golvend. |
Habitat: De Indische dwergooruil komt voor in alle soorten bossen, parken van laagland tot hoger gelegen gebieden. |
Geluid: |
Voedsel: De Indische dwergooruil voedt zich met insecten en kleine reptielen, soms knaagdieren en vogels. |
Voortplanting: Vanaf eind maart tot begin april worden meestal 3 tot 5 eieren gelegd in een gat in een boom of rotsholte. De incubatie duurt 28-29 dagen. De volwassenen blijven de jongen nog 3-4 weken voeden. |
Overige: |