JUNGLE-DWERGUIL
Glaucidium radiatum (Tickell, 1833)
Taxonomie
| Orde | Familie | Genus |
| Strigiformes | Strigidae | Glaucidium |
 |
Jungle Owlet |  |
Chevêchette de jungle |
 |
Dschungelkauz |  |
Civetta nana della giungla |
 |
Sóweczka prazkowana |  |
|
 |
Indisk sparvuggla |  |
Mochuelo de Jungla |
 |
Junglespurveugle |  |
Джунглевый воробьиный сыч |
Synonym(s):
-
-
Status IUCN Redlist
| DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Laatste IUCN publicatie update: 2016
► Eerdere publicaties...
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Unknown (LR/LC)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Unknown (LR/LC)
Uilen informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
 |
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
 |
Glaucidium radiatum heeft 2 ondersoorten: - Glaucidium radiatum radiatum - Glaucidium radiatum malabaricum |
 |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 20 - 24 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : (M) - gram / (V) - gram |
 |
Kenmerken: De jungle-dwerguil is een klein uiltje heeft een ronde kop en is overal fijn gestreept. Er is geen duidelijke gezichtsschijf en de vleugels zijn bruinachtig en de staart is wit gestreept. Het verenkleed op de bovenste delen is donker zwartbruingeband met wit. De vleugeldekveren hebben witte en roestbruine vlekken. De primaire en secondaire veren zijn donkerbruin gestreept. De onderkant is witachtig gestreept met zwart. Er is een witachtige vlek op de kin, de bovenborst en het midden van de buik. De iris is geel, de snavel is groenachtig met zwarte klauwen. |
 |
Vlucht: |
 |
Habitat: De jungle-dwerguil wordt aangetroffen in habitats variërend van struikgewas tot bladverliezende en vochtige loofbossen. |
 |
Geluid: |
 |
Voedsel: De jungle-dwerguil voedt zich voornamelijk met insecten, kleine vogel, reptielen en knaagdieren. Meestal jaagt deze dwerguil een uur voor zonsopgang en na zonsondergang. |
 |
Voortplanting: Het broedseizoen in India is van maart tot mei. Het nest wordt gebouwd in een holte van een boom op een hoogte van 3 tot 8 meter boven de grond. Legselgrootte is meestal 3 eieren. |
 |
Overige: |
Voorkomen in de wereld
 |
Leefgebied: Bangladesh, Bhutan, India, Myanmar, Nepal, Sri Lanka. |
