Glaucidium capense (Smith, 1834)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Glaucidium |
African Barred Owlet | Chevêchette du Cap | ||
Kapkauz | Civetta nana barrata africana | ||
Sóweczka plamobrzucha | Mocho barrado | ||
Kapsparvuggla | Mochuelo de El Cabo | ||
Kapspurveugle | Капский воробьиный сыч |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort loopt terug. |
Glaucidium capense heeft 1 ondersoort: - Glaucidium capense capense |
Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 17 cm Spanwijdte : 40 - 45 cm Gewicht : 83 - 140 gram |
Kenmerken: Een klein uilje dat enige geografische variatie vertoont. De Kaapse dwerguil is grijsbruin van boven met fijne bleekgele balken en een smalle witte wenkbrauw. De schouder- en grotere vleugeldekveren hebben witte punten met donkerbruine uiteinden en vormen een witte streep over de schouder en de gevouwen vleugel. De bruine borst is fijn gestreept met bleekgeel en de borst en flanken zijn wit met bruine vlekken. Ondervleugeldekveren, poten en achterzijde zijn wit, terwijl de slagpennen en staart bruin zijn en roestbruin gestreept. Snavel en washuid zijn dof groengeel en de ogen, benen en voeten zijn geel. |
Vlucht: |
Habitat: De Kaapse dwerguil komt voor in open habitats met bomen zoals galerijbos, bos, bosrand en secundaire begroeiing. |
Geluid: De roep van de Kaapse dwerguil is een reeks enkelvoudige spinnende tonen. |
Voedsel: Voedt zich met kleine zoogdieren, vogels, reptielen, kikkers, insecten, schorpioenen en rupsen die normaal gesproken worden gevangen na een korte vlucht vanaf een hoge plaats. De Kaapse dwerguil leeft gedeeltelijk overdag. Roepen vindt voornamelijk plaats bij zonsondergang en zonsopgang, maar ook 's nachts op rustige en heldere nachten. Vaak waargenomen op open zitstokken op zoek naar prooien. |
Voortplanting: Beide geslachten zingen om hun territorium te verkondigen, meestal voordat ze gaan paren. De nestplaats is gewoonlijk in een boomholte, 3-6 meter vanaf de grond. Er worden 2-3 eieren gelegd van september tot november. De jongen worden door beide ouders gevoed in een periode van 30 tot 33 dagen. Dit gebeurt alleen in het donker. Na een periode van 7 à 12 maanden, zijn de jongen zelfstandig. |
Overige: Slaapplaatsen worden gevonden binnen hun jachtgebied, vaak in een natuurlijke holte in een boom. Als ze overdag door andere vogels worden gedetecteerd, woden ze vaak "gepest". |