Glaucidium nana (King, 1828)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Glaucidium |
Austral Pygmy-owl | Chevêchette australe | ||
Araukanerkauz | Civetta nana australe | ||
Sóweczka magellanska | Mocho pigmeu australiano | ||
Argentinsk sparvuggla | Mochuelo Patagón | ||
Patagonsk Spurveugle | Южный сычик |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
Glaucidium nana heeft geen ondersoorten (monotypisch). |
Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 17 - 21 cm Spanwijdte : 34 - 36 cm Gewicht : (M) 56 - 75 gran / (V) 70 - 100 gram |
Kenmerken: De Magelhaendwerguil heeft een grijsbruine en rode kleuren uitvoering en gradaties er tussen in. Volwassenen van beide morphs hebben een lichtgrijsbruine kop met donkere vlekken, witachtige "wenkbrauwen" over lichtgele ogen en zwarte "valse ogen" op de nek. De bovendelen van de grijsbruine morph zijn donkergrijsbruin met witachtige stippen van variabele grootte en vorm. De staart is ook donker grijsbruin met smalle strepen. De keel is wit, de zijkanten van de bovenste borst donker grijsbruin en de onderdelen gebroken wit met donker grijsbruine strepen. De rode uitvoering heeft een vergelijkbaar patroon, maar het roodbruin vervangt het donker grijsbruin. |
Vlucht: |
Habitat: De Magelhaendwerguil bewoont een verscheidenheid aan landschappen, van stadsparken en landbouwgrond met verspreide bomen tot loofbossen en struikgewas, groenblijvende struiken, gematigde en zuidelijke beukenbossen en Patagonische struikgewas / steppe. |
Geluid: De Magelhaendwerguil heeft vijf primaire vocalisaties. Klik hier voor afspelen geluidsfragment (© Peter Boesman). |
Voedsel: De Magelhaendwerguil is voornamelijk dagactief, maar is ook 's nachts actief. Het is een solitaire jager die saluleert van zitstokken om insecten, vogels, zoogdieren en reptielen te vangen. Het is gedocumenteerd dat deze vogels zich voeden met bijna het dubbele van hun eigen gewicht. |
Voortplanting: De dwerguil nestelt meestal in een boomholte, maar er is ook gedocumenteerd dat zij nestelen in gaten in de aarde aan de oevers. Ze leggen meestal drie tot vijf eieren tussen september en november, en het vrouwtje incubeert deze alleen. |
Overige: |