Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort loopt terug. Er leven naar
schatting 0 tot 49 volwassen exemplaren in het wild.
Glaucidium mooreorum heeft geen ondersoorten (monotypisch). Nieuw
ontdekte soort.
Afmetingen en gewichten: Lengte : circa 13 cm Spanwijdte : - cm
Gewicht : (M) - gram / (V) - gram
Kenmerken: Een typische neotropische dwerguil van het
soortencomplex Glaucidium minutissimum. De Pernambuco dwerguil heeft een lichtgrijs-kastanjekleurige kroon en kop gespikkeld
met opvallende witte vlekken op het gezicht en hoofd naar de onderste nek.
Heeft een witte kraag en witte buik met rufous. Rug is kastanje. Staart
donker met witte vlekken. Vergelijkbare spp. het verschilt van zijn
geografisch nauwste verwanten in zijn algehele lichtere kleur, grootte en
stem. Spreek een korte zin van 5-7 noten uit
Vlucht:
Habitat: De Pernambuco dwerguil komt voor
in bossen van zeeniveau tot 150 meter hoogte, maar is hun aanwezigheid is
in andere bossen in de regio op hoogtes tussen 400 en 600 meter hoogte nog
niet goed onderzocht.
Geluid:
Voedsel: Er is een registratie opgenomen waarin werd omschreven dat
deze uil een cicade in oud secundair bos op at.
Voortplanting:
Overige: Deze recent beschreven soort is endemisch voor Pernambuco
in Brazilië. Er is beweerd dat er eigenlijk naar moet worden verwezen als
G. minutissimum (een naam die doorgaans wordt gebruikt voor de
kleinste dwerguil), maar dit
heeft geen brede erkenning gekregen.
Deze uil is door BirdLife International geclassificeerd als ernstig
bedreigd en mogelijk uitgestorven. Als deze dwerguil nog steeds bestaat, wordt
aangenomen dat het een kleine en afnemende populatie is binnen een
extreem klein bekend gebied. De resterende populatie wordt geschat op een
totaal van minder dan vijftig volwassen vogels. De
Pernambuco dwerguil werd voor het eerst beschreven in december 2002 toen
twee studiehuiden werden onderzocht in Pernambuco, Brazilië. De huiden
werden oorspronkelijk verzameld in 1980 en werden beschouwd als een
ondersoort van de kleinst dwerguil (Glaucidium minutissimum) of de
Hardys dwerguil uit de
Amazone (Glaucidium hardyi). Bij nader onderzoek van de huiden en
vocalisaties van de vogels die ook in 1980 werden verkregen, werd
geconcludeerd dat dit een nieuwe soort was.