Ninox rufa (Gould, 1846)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Ninox |
Rufous Owl | Ninoxe rousse | ||
Rostkauz | Civetta sparviero rossiccia | ||
Sowica maskowa | Coruja ruiva | ||
Rödbrun spökuggla | Nínox Rojizo | ||
Rødbrun Høgeugle | Минданаосская иглоногая сова |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort loopt terug. |
Ninox rufa heeft 7 ondersoorten: - Ninox rufa rufa - Ninox rufa humeralis - Ninox rufa meesi - Ninox rufa queenslandica - Ninox rufa marginata - Ninox rufa aruensis - Ninox rufa fransenii |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 105 - 125 cm Spanwijdte : 40 - 52 cm Gewicht : (M) - gram / (V) - gram |
Kenmerken: De rosse valkuil heeft een relatief kleine kop en lange staart. Een zwartachtige gezichtsschijf, donkere roestbruine rug met fijne lichtbruine balken. De onderzijde is wit tot bleekgeel gekleurd, roodbruin gebandeerd. Gele ogen en een grijze snavel. Het verenkleed van mannelijk en vrouwelijk exemplaren zijn gelijk gekleurd, het vrouwtje is in kleiner. |
Vlucht: |
Habitat: De rosse valkuil leeft in hoog- en laaggelegen regenwouden, beboste savannes, galerijbossen, beboste geulen, bosranden langs water. |
Geluid: |
Voedsel: De rosse valkuil voedt zich met insecten welke uit het gebladerte worden gehaald. Haalt ook prooien van de grond. Hij jaagt vaak in open gebieden die grenzen aan bossen. Het jaagt door te duiken, door het bladerdak te glijden om boomzoogdieren en vogels vanaf een hoge plaats te slaan. Hij kan tijdens de vlucht prooien uit het gebladerte rukken, achtervolgingen in de lucht uitvoeren. |
Voortplanting: Nest meestal in holte van dode grote boom. Het nest kan tot 20 meter boven de grond gebouwd worden. Het mannetje maakt het nest klaar. Legselgrootte is meestal 2 eieren. Deze worden door het vrouwtje gedurende 36 tot 38 dagen geïncubeerd. De jongen vogels zullen ongeveer 50 dagen na het uitkomen uitvliegen en blijven na hierna nog enkele maanden in de buurt van de ouders. Jongeren blijven meestal tot het begin van een nieuw broedseizoen. |
Overige: |