Ciccaba albitarsis (Bonaparte, 1850)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Ciccaba |
Rufous-banded Owl | Chouette fasciée | ||
Rötelkauz | Civetta fasciata rossiccia | ||
Puszczyk tygrysi | coruja-dos-andes | ||
Brunbandad uggla | Cárabo Patiblanco | ||
Okkerstribet Natugle | Краснополосая циккаба |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort loopt terug. |
Ciccaba albitarsis heeft 3 ondersoorten: - Ciccaba albitarsis albitarsis - Ciccaba albitarsis opaca - Ciccaba albitarsis tertia |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 30 - 35 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : circa 265 - 350 gram |
Kenmerken: De witbroek bosuil is een middelgrote uil van oneveer 30 - 35 cm. Bovenzijde patroon donkerbruin en lichter bruin, onderzijde zwart gestreept en roestbruin op bovenborst, bleker bleekgeel tot wit op onderborst en buik met donkere kruispatronen naar de veren. Ogen zijn geel tot geeloranje. Het gezicht is donker rond de ogen, grijsachtig rond de snavel en roestbruin in de gezichtsschijf. De poten zijn witachtig bevederd maar de klauwen niet. Individuele variatie zou groot zijn. |
Vlucht: |
Habitat: De witbroek bosuil komt voor van Venezuela tot Bolivia in vochtige bergbossen van 1700 meter hoogte tot aan de boomgrens. |
Geluid: De primaire vocalisatie van de witbroek bosuil is een snelle reeks van 5 tot 10 korte, diepe, keeltonen, gevolgd door een korte pauze en vervolgens een explosieve hogere toon. |
Voedsel: Het zijn voornamelijk nachtdieren, met enige schemerige activiteit en foerageert onder het bladerdak, vermoedelijk voor insecten en kleine zoogdieren. |
Voortplanting: Er is bijna niets bekend over de broedfenologie van de roodbanduil. Eind juni werd in Colombia een pas uitgevlogen vogel gevonden en in augustus in Venezuela een juveniel. |
Overige: |