Megascops albogularis (Cassin, 1850)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Megascops |
White-throated Screech-owl | Petit-duc à gorge blanche | ||
Weißkehleule | Assiolo golabianca | ||
Syczek bialogardly | |||
Vitstrupig skrikuv | Autillo Gorgiblanco | ||
Hvidstrubet Dværghornugle | Белогорлая совка |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
Megascops albogularis heeft 6 ondersoorten: - Megascops albogularis albogularis - Megascops albogularis obscurus - Megascops albogularis macabrum - Megascops albogularis meridensis - Megascops albogularis aequatorialis - Megascops albogularis remotus |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 19 - 25 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : circa 185 gram |
Kenmerken: Het bovendeel van de kop van de witkeel schreeuwuil is bruin gevlekt met zwarte en kleine witte en rufous vlekjes. gezichtsschijf donker met witte "snor" en wit onder en boven de ogen. Vleugels en staart fijngeband, borst donkerbruin gevlekt geelbruin en buik geelbruin met enkele gebroken banden. Iris geel of oranje. |
Vlucht: |
Habitat: Vochtig groenblijvend bergbos. Geeft de voorkeur aan open bos, randen en open plekken maar vooral bos met epifyten en bamboebomen. Meestal op hoogten van 2 tot 3 km, maar lokaal tot 1300 meter. |
Geluid: |
Voedsel: De witkeel schreeuwuil is een nachtelijke jager en voedt zich hoofdzakelijk insecten en kleine zoogdieren. |
Voortplanting: De witkeel schreeuwuil nestelt op meerdere plaatsen, op de grond, in boomholtes of zelfs in een bekernest. Verder zijn er weinig gegevens beschikbaar. |
Overige: |