Baltsgedrag:
Net als bij veel andere vogels wordt het
baltsen bij roofvogels gekenmerkt door bepaalde rituelen en geluiden. Ze
hebben te maken met de vorming en instandhouding van de paarband en de
keuze en verdediging van een nest en broedterritorium. Deze functies zijn
soms moeilijk te scheiden, want gedrag wordt gebruikt voor het afweren van
indringers en het aantrekken van een partner. Het baltsgedrag van
roofvogels omvat in de regel opvallende vliegdemonstraties en soms
speciale geluiden.
Bij vrijwel
alle onderzochte soorten zweven de partners met z'n tweeën rond tijdens de
hofmakerij. Bij grote, langzame vogels, zoals de Gyps-gieren, schijnen de
partners alleen op deze wijze te baltsen. Tijdens het zweven duikt vaak de
ene vogel (meestal het mannetje) in een schijnaanval op de andere. De
laagst vliegende vogel rolt op de rug en de vogels grijpen dan soms kort
met de klauwen in elkaar.
Bij sommige soorten is dit een voorspel tot de prooioverdracht in de broedtijd, maar dit omrollen komt ook voor
bij soorten die nooit voedsel overdragen in de lucht. Bij sommige wouwen
en arenden, vallen de paren die met de klauwen in elkaar grijpen door de
lucht in een spectaculaire 'radslag'. Verschillende groepen roofvogels,
vooral havikachtige, arenden en kiekendieven, gebruiken een golvende
vlucht als baltsritueel. De baltsende vogel duikt en klimt afwisselend in
een baltsvlucht die vele minuten kan duren en die grote gebieden
bestrijkt. Bij de Wespendief geven deze golvende vluchten kennelijk de
territoriumgrenzen aan.
De meest complexe en spectaculaire
demonstraties zien we bij de behendigste jagers. Sommige valken hebben een
snelle schommelende vlucht, waarbij ze hun lichaam van de ene op de andere
kant draaien. Hierbij maakt de vogel snelle, ondiepe vleugelslagen en hoge
geluiden, waardoor hij erg opvalt. De vertoningen worden soms op grote
hoogte uitgevoerd en kunnen eindigen met een adembenemende 'V'-vlucht naar
het nest: met de vleugels in een 'V'-vorm stort de vogel zich met grote
snelheid naar beneden.
Bij territoriale confrontaties met indringers
zien we gelijksoortig gedrag. Waarnemers weten soms niet zeker of ze een
baltsend paar zien of twee vechtende buren. De rivalen zweven vaak samen,
waarbij de verdedigende vogel meestal onder vliegt, tussen de indringer en
het nest. Bij fellere gevechten achtervolgen de vogels elkaar en grijpen
elkaar zelfs in de klauwen, ze vallen naar de grond en slaan naar elkaar.
Dergelijke aanvallen kunnen tot verwondingen leiden en hebben
sterfgevallen veroorzaakt bij allerlei roofvogels.
Kiezen van een broedplaats:
Eenmaal samen in een
territorium moet een paar beslissen waar het gaat nestelen. Sommige paren
hebben maar een geschikte broedplaats in hun territorium, maar de meeste
hebben verschillende mogelijkheden. Welke partner de plaats kiest en het
nest bouwt, is niet altijd duidelijk en kan binnen dezelfde soort per paar
vari ren. Vaak blijkt het echter het mannetje te zijn dat een geschikte
plaats zoekt of begint met de nestbouw om pas daarna een vrouwtje aan te
trekken. Ze helpt dan bij het afmaken van het nest of het uitschrapen van
de nestkom en heeft waarschijnlijk de eindverantwoordelijkheid voor de
keuze waar de eieren worden gelegd.
Balts:
Vanaf de paarvorming of het begin van het
broedgedrag totdat de eieren zijn gelegd, is het gedrag gericht op het
verdedigen van het territorium en de broedplaats, het in stand houden van
de paarband, het klaarmaken van het nest en het voeden van het vrouwtje om
haar in broedconditie te brengen. De taakverdeling spitst zich toe als de
mannetjes steeds meer tijd gaan besteden aan het jagen voor hun steeds
minder actief wordende partner. Beide partners verdedigen in het begin van
de balts het territorium, maar de mannetjes nemen een actievere rol
naarmate de ei-leg nadert.
Baltsactiviteiten zijn belangrijk voor
het ontwikkelen van gedragspatronen die noodzakelijk zijn voor het
grootbrengen van de jongen. Bij veel roofvogels is vooral het brengen van
prooi door het mannetje aan het vrouwtje belangrijk. De vrouwtjes kunnen
geen eieren leggen als ze niet genoeg voedsel krijgen en bij sommige
soorten bepaalt het begin van het rituele voeden het tijdstip van de
ei-leg. Sommige mannetjes beginnen hun partner meteen te voeden, terwijl
andere dit enkele weken alleen onregelmatig doen. Het voedsel wordt op het
nest of een zitplaats in de buurt uitgewisseld. Het mannetje maakt zacht
roepend zijn komst kenbaar en het vrouwtje vliegt hem vanaf het nest
tegemoet om het voedsel uit zijn klauwen te pakken.
Bij kiekendieven en
enkele andere roofvogels vindt de prooioverdracht midden in de lucht
plaats: het vrouwtje vliegt omhoog en het mannetje tegemoet, rolt op haar
rug en plukt de prooi uit zijn klauwen of vangt de prooi op als het
mannetje hem laat vallen. Tijdens de hele hofmakerij brengen de partners
veel tijd door met het baltsen voor elkaar. Dit versterkt waarschijnlijk
de band en kan ook een stimulans zijn voor het vrouwtje om eieren te
leggen. De partners paren al lang voor het leggen begint en veel vaker dan
voor de bevruchting nodig is, en ook dit versterkt waarschijnlijk de
paarband.
Torenvalken paren al acht weken voor de leg een of twee
keer per dag, dit neemt toe tot ongeveer acht keer per dag en gaat door
tot het legsel compleet is. Door vaak te paren, kunnen de mannetjes
bovendien voorkomen dat de vrouwtjes worden bevrucht door andere
mannetjes. De nestbouw of voorbereidingen daartoe vinden bij vlagen plaats
tijdens de hofmakerij, vaak 's ochtends vroeg. De vogels beginnen bij
aanvang van de balts[periode al met de nestbouw, maar ze werken er alleen
aan bij goed weer. Het nest is pas klaar net voor het begin van de ei-leg.
Bij de valken wordt het nestkuiltje al ver voor de ei leg gemaakt, zodat
de laatste voorbereidingen aan het nest weinig tijd kosten. De tijd die
nodig is om een takkennest te maken, hangt ervan af of het een oud of een
nieuw nest betreft. Soorten die steeds hetzelfde nest gebruiken, voegen
vrijwel ieder jaar nieuw materiaal toe. Hierdoor wordt aangegeven dat het
territorium bezet is, maar dient ook om de constructie te onderhouden. Bij
grote roofvogels worden nieuwe nesten vaak door jonge paren aangelegd, die
er vaak pas in het volgende jaar in gaan broeden.
Baltsgedrag Bestuderen Broedcijfer en balts Broedseizoen Houden Leren kennen Nestkasten Prepareren Sterfte Sperwers en valken Taxonomie Tellen Trek en migratie Vangen Valkerij Verzorging Voortplanting Wat zijn roofvogels Wat zijn uilen Wetgeving
Avaire goiter Avaire necropsie Chlamydia Clostridium DNA Ziek maken Trichomoniasis Vitamine A Ziekten Ziekteverwekkers