Verschillen tussen sperwers en valken:
Op
grond van verschillen in lichaamsbouw en leefwijze splitst de zoölogische
systematiek de valken (Falconiformes) als aparte orde af van de overige
roofvogels (Accipitriformes). Bovendien vormen de gieren van de Nieuwe
Wereld (Cathartiformes), die in Midden- en Zuid-Amerika voorkomen, een
eigen orde. De valken verschillen van de overige roofvogels in de volgende
punten:
Aan weerszijden van de bovensnavel bevindt zich een hoekige
tand, die correspondeert met de inkervingen in de ondersnavel. Daardoor
zijn valken in staat hun prooien door een beet in de nek (doorbijten van
de halswervels) te doden.
Het neusgat is rond met in het midden een
uitsteekseltje, terwijl bij de overige roofvogels het neusgat ovaal of
spleetvormig is.
Valken bouwen doorgaans zelf geen nest maar leggen hun
gelige- tot roodbruine eieren zonder meer op de grond, bijvoorbeeld in een
oud nest van een andere vogelsoort, op een rotsrichel of in een
uitholling.
De rui van de handpennen verloopt bij de valken in een
andere volgorde dan bij de overige roofvogels.
Sperwers en valken
onderscheiden zich behalve door vele andere eigenschappen ook in de manier
waarop zij hun prooi doden. Sperwers zijn 'grijpdoders', die hun prooi met
de klauwen doden.
Sperwers: Doden
met de klauwen:
De sperwers vangen niet alleen hun prooidieren met
hun klauwen, maar zij doden ze er ook meen. Als een havik bijvoorbeeld een
duif gevangen heeft, maken zij met de klauw instinctief een
knellende
beweging. Daarbij dringen de vlijmscherpe nagels in het lichaam van het
slachtoffer en brengen dodelijke verwondingen toe aan hart, longen of
andere inwendige organen. Het gevangen dier sterft snel aan inwendige
bloedingen. De snavel van de sperwer dient uitsluitend als
'scheurapparaat' en komt pas in actie als de prooi dood is. De jager plukt
de buit met zijn snavel zeer zorgvuldig en scheurt vervolgens het vlees
uit het lichaam.
Valken: Doden met de snavel:
Heel anders ziet het doden door valken eruit. De klauwen dienen
uitsluitend om de prooi vast te houden. Bij soorten die jacht maakt op
vogels, zoals de slecht- en boomvalk, zijn de tenen - vooral de middelste
- erg lang en dun. Zij moeten een flink deel van het lichaam van het
slachtoffer kunnen omspannen om de prooi goed vast te kunnen houden. Heeft
de valk zijn slachtoffer eenmaal in de 'tang', dan buit hij zich voorover
en bijt met de snavel de wervelkolom (halswervels), vlak achter de kop
door, zodat de dood ogenblikkelijk intreedt. Voor dit doel is de
haaksnavel voorzien van scherpe snijranden; bij valken zijn deze tevens
nog voorzien van een groef.
Baltsgedrag Bestuderen Broedcijfer en balts Broedseizoen Houden Leren kennen Nestkasten Prepareren Sterfte Sperwers en valken Taxonomie Tellen Trek en migratie Vangen Valkerij Verzorging Voortplanting Wat zijn roofvogels Wat zijn uilen Wetgeving
Avaire goiter Avaire necropsie Chlamydia Clostridium DNA Ziek maken Trichomoniasis Vitamine A Ziekten Ziekteverwekkers