Hoe worden roofvogels bestudeerd?
Voor biologen die het gedrag en de ecologie van vogels bestuderen,
hebben roofvogels als onderzoeksobject zowel voor- als nadelen. Roofvogels
nestelen vaak jaren achtereen op dezelfde plaats. Zijn deze plaatsen
eenmaal bekend, dan kan de broedpopulatie gemakkelijk worden bestudeerd.
Veel soorten zijn zo groot dat ze een permanent visueel merkteken of een
zendertje kunnen dragen dat maanden of zelfs jaren in gebruik blijft,
zodat individuele vogels langere tijd gevolgd
kunnen worden. Maar door hun
grootte en doordat ze aan het eind van de voedselketen staan, zijn ze ook
lastiger te bestuderen dan andere vogels. De populaties hebben soms een
lage dichtheid en alleen al het zoeken naar nesten wordt dan een hele
opgave. Als de nesten boven in enorme dode bomen of op steile rotswanden
liggen, zijn ze vrijwel onbereikbaar.
Ook het vangen van roofvogels kan
moeilijk zijn. Het aantal gemerkte vogels is daarom vaak klein, vooral bij
de grotere soorten. Hierdoor beperkte het roofvogelonderzoek zich tot voor
kort tot die aspecten waar gemakkelijk gegevens over te verzamelen waren,
zoals broedgedrag en voedselpakket. Populatieonderzoek richtte zich
vooral op het aantal broedvogels en het broedsucces, niet-broedende vogels
of winterpopulaties werden nauwelijks bestudeerd. De afgelopen jaren is de
belangstelling voor roofvogels gegroeid en zijn de onderzoeksmethoden
verbeterd. Wetenschappers krijgen daardoor meer inzicht in de ecologie en
het gedrag van steeds meer soorten.
Bij sommige soorten is dit een
voorspel tot de prooioverdracht in de broedtijd, maar dit omrollen komt
ook voor bij soorten die nooit voedsel overdragen in de lucht. Bij sommige
wouwen en arenden, vallen de paren die met de klauwen in elkaar grijpen
door de lucht in een spectaculaire 'radslag'. Verschillende groepen
roofvogels, vooral havikachtige, arenden en kiekendieven, gebruiken een golvende
vlucht als baltsritueel. De baltsende vogel duikt en klimt afwisselend in
een baltsvlucht die vele minuten kan duren en die grote gebieden
bestrijkt. Bij de Wespendief geven deze golvende vluchten kennelijk de
territoriumgrenzen aan. De meest complexe en spectaculaire
demonstraties zien we bij de behendigste jagers. Sommige valken hebben een
snelle schommelende vlucht, waarbij ze hun lichaam van de ene op de andere
kant draaien. Hierbij maakt de vogel snelle, ondiepe vleugelslagen en hoge
geluiden, waardoor hij erg opvalt. De vertoningen worden soms op grote
hoogte uitgevoerd en kunnen eindigen met een adembenemende 'V'-vlucht naar
het nest: met de vleugels in een 'V'-vorm stort de vogel zich met grote
snelheid naar beneden. Bij territoriale confrontaties met indringers
zien we gelijksoortig gedrag. Waarnemers weten soms niet zeker of ze een
baltsend paar zien of twee vechtende buren. De rivalen zweven vaak samen,
waarbij de verdedigende vogel meestal onder vliegt, tussen de indringer en
het nest. Bij fellere gevechten achtervolgen de vogels elkaar en grijpen
elkaar zelfs in de klauwen, ze vallen naar de grond en slaan naar elkaar.
Dergelijke aanvallen kunnen tot verwondingen leiden en hebben
sterfgevallen veroorzaakt bij allerlei roofvogels.
Herkenning van de vogels:
De bestudering van welke diergroep dan ook begint met
onderscheiden van de soorten binnen die groep. Vooral bij het tellen van
roofvogels tijdens de trek luistert dit nauw, omdat veel van de
langstrekkende soorten erg op elkaar lijken. De verschillende
roofvogelfamilies worden onderscheiden aan de hand van hun grootte, vorm
of manier van vliegen. Het vaststellen de precieze soort is moeilijker,
vooral als de vogel slechts een silhouet in de verte is. Gelukkig hebben de meeste soorten unieke kenmerken wat betreft bouw, vliegbeeld of
tekening van hun verenkleed, zodat ze toch goed te herkennen zijn. Deze
kenmerken staan beschreven op deze Eaglewatch roofvogel website, die zelf
beginnelingen vrij snel wegwijs kunnen maken en zo bijdragen aan de
nauwkeurigheid van de telling. Toch blijven enkele soorten moeilijk te
benoemen, zelfs in de hand. Dit geldt vooral voor soorten met
verschillende ondersoorten of kleurfasen. De onderling verwantschap van de
roofvogels is nog niet helemaal duidelijk, omdat deze moeilijk is te
bepalen enkel op grond van grootte, bouw of kleur. De bouw van een vogel
wordt namelijk sterk beïnvloed door zijn leefgewoonten en omgeving,
waardoor niet-verwante soorten toch veel op elkaar kunnen lijken. Men
noemt dit convergente evolutie. Nieuwe biochemische technieken, waarmee
bepaalde enzymen of DNA volgordes van verschillende soorten kunnen worden
vergeleken, werpen nieuw licht op de verwantschap van roofvogels en de
loop van hun evolutie.
Het observeren van roofvogels:
Roofvogels zijn meestal dun gezaaid en daardoor vaak moeilijk te vinden,
vooral als men niet al te intensief op zoek is. De beste gelegenheid om
roofvogels te zien is tijdens de trek of bij het nest. Alleen op
belangrijke verzamelplaatsen langs de trekroutes in Europa en
Noord-Amerika zijn roofvogels in grote aantallen te bewonderen. Het zijn
daardoor belangrijke toeristische trekpleisters geworden. Het bekijken van
nesten is een veel eenzamer bezigheid, gewoonlijk voorbehouden aan
wetenschappers, fanatieke amateurs of fotografen. Er zijn echter
uitzonderingen, zoals het paar Visarenden dat bij Loch Garten in Schotland
broedt en ieder jaar door duizenden bezoekers vanuit schuilhutten wordt
bekeken. Hoewel veel roofvogels minder gevoelig zijn voor verstoring dan
sommige andere vogels,vereist het plaatsen van een schuilhut altijd veel
zorg. Door de lange nestelperiode is het echter zeker de moeite waard.
Veel gegevens over roofvogels zijn verzameld door amateuronderzoekers of
fotografen die vele uren hebben besteed aan het nauwgezet vastleggen van
het gedrag van deze vogels op het nest. Maar eerst moet het nest gevonden worden. Dit kan heel moeilijk zijn en soms weinig opleveren. Het
schenkt veel voldoening als men weer een broedplaats op de kaart kan
intekenen, maar het is ook zeer ontmoedigend om een hele dag vruchteloos
te zoeken. Voordat men begint, is het daarom zeer nuttig om te weten op
welke plaatsen de roofvogel bij voorkeur nestelt. Bij de Visarend en
andere arenden kan men direct naar het nest zoeken, want het is een grote,
opvallende constructie. In uitgestrekte, afgelegen gebieden kunnen zulke
nesten vanuit een vliegtuig worden gevonden. Andere soorten vormen een
klein, goed verborgen nest dat men te voet moet zoeken. Een baltsende
vogel, uitwerpselen, prooiresten of ruiveren vormen dan de eerste
aanwijzingen dat er een broedpaar is. Zelfs schuwe, in bossen levende
roofvogels, zoals de Wespendief, hebben vaak een opvallende balts. Dit is
in veel gevallen de beste aanwijzing om hun verborgen broedplaats op te
sporen.
Roofvogels die op de grond broeden, zoals de kiekendieven,
verbergen hun nest in dichte vegetatie. Vaak is het alleen te vinden door
te kijken waar de vogels voedsel brengen, of door in de buurt van het nest
te lopen om de broedende vogel op te jagen. Paren met jongen maken vaak
luidruchtige schijnaanvallen naar menselijke indringers en verraden zo hun
nest. Is het nest eenmaal gevonden, dan kan men geleidelijk een schuilhut
maken. Grote roofvogels worden gemakkelijker verstoord dan kleinere
soorten, vooral in het begin van het broedproces. Het kijken naar nesten
levert nuttige informatie op over het gedrag van de oudervogels op het
nest en het tempo waarmee ze prooien aanbrengen. Het voedingstempo wordt
uitgedrukt in het aantal prooien dat per dag wordt aangebracht, maar moet
worden omgerekend in prooigewicht als de prooien erg in grootte
verschillen. Bij enkele onderzoeken werd zelfs het aantal voedseldeeltjes
per kuiken geregistreerd om de groei te relateren aan de voedsel inname.
Nestonderzoek is arbeidsintensief. Een goed hulpmiddel is een camera die
met vaste intervallen automatisch foto’s maakt, of op het moment dat de
adulten op het nest verschijnen. Een goed opgestelde camera legt vast wat
voor prooien er worden aangebracht en wanneer, maar soms ook het bezoek
van een predator. Andere hulpmiddelen bij het nestonderzoek zijn
telemetrische eieren (elektronische sensoren in een levensecht kunstei,
die de nesttemperatuur en daarmee het broedverloop meten) en elektronische
weegschalen die automatisch het gewicht van de adulten of de kuikens
registreren.
Baltsgedrag Bestuderen Broedcijfer en balts Broedseizoen Houden Leren kennen Nestkasten Prepareren Sterfte Sperwers en valken Taxonomie Tellen Trek en migratie Vangen Valkerij Verzorging Voortplanting Wat zijn roofvogels Wat zijn uilen Wetgeving
Avaire goiter Avaire necropsie Chlamydia Clostridium DNA Ziek maken Trichomoniasis Vitamine A Ziekten Ziekteverwekkers